Overslaan en naar de inhoud gaan

HR 130412 immuniteit komt de VN toe ongeacht de buitengewone ernst van de verwijten die aan de vordering ten grondslag liggen

HR 130412 immuniteit komt de VN toe ongeacht de buitengewone ernst van de verwijten die aan de vordering ten grondslag liggen

Internationaal recht. Vorderingen tegen de Staat en de VN in verband met val Srebrenica-enclave in 1995. Verwijt van betrokkenheid bij genocide en andere ernstige schendingen fundamentele mensenrechten. Vraag of VN immuniteit van jurisdictie toekomt. Grondslag en reikwijdte immuniteit VN; Handvest VN, art. 103, 105; Verdrag nopens de voorrechten en immuniteiten van de VN, art. II, § 2. Immuniteit VN is absoluut. Verhouding met recht op toegang tot de rechter; art. 6 EVRM, internationaal gewoonterecht. EHRM 21 november 2001, no. 35763/97 (Al-Adsani vs. Verenigd Koninkrijk); IGH 3 februari 2012 (Germany vs. Italy; Greece intervening). Immuniteit komt de VN toe ongeacht de buitengewone ernst van de verwijten die aan de vordering ten grondslag liggen. LJN BW1999