Overslaan en naar de inhoud gaan

HR 201006 vrees bij buren Hirsi Ali alleen niet genoeg voor o.d. overheid

HR 20-10-2006 vrees bij buren Hirsi Ali alleen niet genoeg om aanwijzing appartement in complex als extra beveiligd onrechtmatig te maken
3.8 Het middel behelst onder meer de klacht dat het hof zijn oordeel dat de Staat jegens de bewoners onrechtmatig heeft gehandeld door Hirsi Ali in de extra beveiligde woning te doen huisvesten, ten onrechte enkel heeft gebaseerd op de gevoelens van vrees van de bewoners het slachtoffer te worden van een aanslag op Hirsi Ali, zonder daarbij in toereikende mate te betrekken hetgeen de Staat gemotiveerd heeft aangevoerd omtrent de door hem in redelijkheid afdoende geachte veiligheidsmaatregelen ter beperking van het gevaar van een aanslag en omtrent het met het gebruik van de extra beveiligde woning gediende algemene belang.
Deze klacht slaagt.
Tegen de achtergrond van hetgeen hiervoor in 3.7.2-3.7.9 is vooropgesteld, geeft het oordeel van het hof blijk van een onjuiste rechtsopvatting doordat daarbij een te beperkte maatstaf is aangelegd. Het hof heeft immers voor zijn oordeel dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld doorslaggevend geacht de door de bewoning door Hirsi Ali van de extra beveiligde woning gewekte vrees van de bewoners voor enig, niet geheel afwezig of verwaarloosbaar klein, risico van een aanslag op Hirsi Ali. Het heeft evenwel niet, gelijk het had moeten doen, onderzocht of, kort gezegd, het door de Staat verschafte gebruik van de extra beveiligde woning, alle belangen in aanmerking genomen, in de omstandigheden van het geval met het oog op de risico's voor de bewoners in redelijkheid verantwoord is te achten. Uit hetgeen hiervoor in 3.7.6-3.7.9 is overwogen volgt dat het hof daarbij rekening diende te houden met de aard en ernst van het gevaar van een aanslag op Hirsi Ali waaraan de bewoners door dit gebruik zijn blootgesteld en de mate van waarschijnlijkheid van de verwezenlijking van dat gevaar, met de noodzaak van het gebruik van juist het onderhavige appartement als extra beveiligde woning, met de mogelijkheid, noodzakelijkheid en redelijkerwijs te verwachten effectiviteit van de veiligheidsmaatregelen die zijn getroffen om het gevaar af te wenden en, mede in verband met de doeltreffendheid van die maatregelen, met de mate van gerechtvaardigdheid van de door dit gebruik gewekte angstgevoelens.
LJN AY7463