Slachtoffer ongeval in EU kan schade claimen via 'eigen' rechtbank
- Meer over dit onderwerp:
Slachtoffer ongeval in EU kan schade claimen via 'eigen' rechtbank
J. Odenbreit, die in Duitsland woont, werd in Nederland slachtoffer van een auto-ongeval. Hij stelde bij het gerecht van zijn woonplaats een rechtstreekse vordering in tegen de verzekeringsmaatschappij van de wettelijk aansprakelijke partij, FBTO Schadeverzekeringen NV. Dat gerecht verklaarde zich evenwel onbevoegd om kennis te nemen van het geding tussen hem en de in Nederland gevestigde verzekeraar, en verklaarde de vordering bijgevolg niet-ontvankelijk.
Tegen de voor het slachtoffer gunstige uitspraak in hoger beroep stelde de verzekeraar cassatieberoep in bij het Bundesgerichtshof. Dat heeft het Hof van Justitie de vraag voorgelegd of de communautaire verordening betreffende de rechterlijke bevoegdheid de gelaedeerde de mogelijkheid biedt om bij het gerecht van zijn woonplaats rechtstreeks tegen de verzekeraar een vordering in te stellen.
Het Hof beantwoordt deze vraag bevestigend en legt de verordening daarbij aldus uit dat slachtoffers van een verkeersongeval op grond daarvan de verzekeraar voor het gerecht van hun eigen woonplaats kunnen dagen.
Het Hof wijst erop dat de betere bescherming die door de verordening wordt geboden aan partijen die in gedingen betreffende verzekeringen als zwakke partijen worden beschouwd, ook moet gelden voor het slachtoffer van een ongeval. Overigens heeft de verordening deze bescherming verhoogd ten opzichte van die waarin was voorzien bij het Verdrag van
1 Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, PB L 12 van 16 januari 2001, blz. 1-23.
27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.
Deze uitlegging wordt ook bevestigd door de richtlijn inzake de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven, waar in de considerans wordt gewezen op het recht van de gelaedeerde om tegen de verzekeraar een rechtsvordering in te stellen bij het gerecht van zijn woonplaats.
Bijgevolg oordeelt het Hof dat de gelaedeerde bij het gerecht van zijn woonplaats in een lidstaat rechtstreeks tegen de verzekeraar een vordering kan instellen, indien een dergelijke rechtstreekse vordering mogelijk is en de verzekeraar zijn woonplaats op het grondgebied van een lidstaat heeft. Samenvatting en Uitspraak Met dank aan Recht.nl