Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Utrecht 071211 enige overwegingen m.b.t. de vso in een niet-letsel zaak

Rb Utrecht 071211 enige overwegingen m.b.t. de vso in een niet-letsel zaak
4.2.  De uitleg van een vaststellingsovereenkomst wordt bepaald aan de hand van het Haviltex-criterium. Voor de beantwoording van de vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. 

4.3.  Daarbij moet ook de aard en strekking van een vaststellingsovereenkomst in aanmerking worden genomen. Een dergelijke overeenkomst is naar zijn aard een bijzondere overeenkomst, nu deze overeenkomst partijen ook bindt indien deze afwijkt van de daarvóór bestaande rechtstoestand (artikel 7:900 lid 1 BW). Voor de onderhavige vaststellingsover-eenkomst betekent dit dat eventuele vóór de totstandkoming van de vaststellingsovereen-komst bestaande aanspraken van Otto op Aldipress zijn vervangen door de verplichtingen die in de vaststellingsovereenkomst zijn opgenomen.  
(...) 
4.13.  Ter onderbouwing van haar subsidiaire vorderingen heeft Otto zich beroepen op dwaling en in dat kader aangevoerd dat er bij de totstandkoming van de vaststellingsover-eenkomst een misvatting heeft bestaan ten aanzien van hetgeen partijen als zeker en onbetwist aan deze overeenkomst ten grondslag hebben gelegd. 

4.14.  De aard van vaststellingsovereenkomst brengt mee dat de rechter terughoudend dient te zijn bij de toepassing van het leerstuk van dwaling op een dergelijke overeenkomst. Partijen zullen geen beroep kunnen doen op dwaling terzake van hetgeen waarover getwist werd of dat onzeker was, omdat partijen nu eenmaal ter beëindiging van het geschil of die onzekerheid de vaststellingsovereenkomst hebben gesloten. Een vaststellingsovereenkomst kan wel worden vernietigd wegens dwaling, indien er bij (één van) partijen een misvatting heeft bestaan over hetgeen als zeker en onbetwist aan de vaststellingsovereenkomst ten grondslag lag. LJN BU7597