RBROT 220925 het is aan neuroloog om neuropyscholoog en vraagstelling te kiezen; partijen kunnen nog wel bezwaren maken tegen keuze neuropsycholoog
- Meer over dit onderwerp:
RBROT 220925 benoeming neuroloog na val van paard in manege, voorschot € 15.306,50 in debet gesteld
- het is aan neuroloog om neuropsycholoog en vraagstelling te kiezen; partijen kunnen nog wel bezwaren maken tegen keuze neuropsycholoog
in vervolg op:
RBROT 191224 manegehouder is bedrijfsmatig gebruiker paard; ervaren ruiter heeft 70% ES aan ongeval; nadere info nodig voor beoordeling bill. corr.
- medisch dossier vanaf 5 jaar voor ongeval nodig voor bepalen gezondheidsklachten en beperkingen
1De zaak in het kort
1.1.
Deze zaak gaat over de gevolgen van letsel dat [eiseres] opliep bij de val van een paard in de manage van [gedaagde] . In het tussenvonnis van 18 december 2024 heeft de rechtbank geoordeeld dat
- -
[gedaagde] aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval,
- -
aan [eiseres] toe te rekenen omstandigheden in overwegende mate (70%) tot het ongeval hebben bijgedragen,
- -
de rechtbank voor de eventuele toepassing van de billijkheidscorrectie meer informatie nodig heeft,
- -
partijen daarom nadere informatie moeten overleggen; [eiseres] over haar gezondheidsklachten en [gedaagde] over zijn financiën,
- -
de rechtbank het voornemen heeft om vervolgens een deskundigenonderzoek door een medische specialist (neuroloog) te bevelen en de te benoemen deskundige de standaard ‘IWMD vraagstelling causaal verband bij ongeval’ te laten beantwoorden.
1.2.
De rechtbank wijst nu opnieuw een tussenvonnis, waarin zij het aangekondigde deskundigenbericht beveelt.
1.3.
Hierna worden de procedure en de standpunten van partijen, voor zover van belang.
nader beschreven en het oordeel van de rechtbank toegelicht.
2De procedure
2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 18 december 2024,
- de akte na tussenvonnis van [eiseres] met producties 4 en 5,
- de akte indienen nadere stukken/ uitlaten partijen van [gedaagde] , met 2 producties,
- de antwoordakte van [eiseres] .
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
3De verdere beoordeling
[eiseres] heeft de gevraagde informatie en stukken verstrekt
3.1.
In het tussenvonnis (r.o. 5.36 en 5.37) heeft de rechtbank [eiseres] gevraagd het volgende in het geding te brengen:
- -
informatie over de (blijvende) gezondheidsklachten die zij door het ongeval heeft, de beperkingen die zij daardoor ondervindt en de financiële gevolgen daarvan;
- -
het medisch dossier van [eiseres] vanaf juni 2012.
3.2.
[eiseres] heeft daaraan voldaan. Zij heeft opgegeven welke (tot beperkingen en financiële gevolgen leidende) klachten zij nog steeds als gevolg van het ongeval ervaart. Ook heeft zij de medische stukken die zij eerder heeft overgelegd aangevuld met:
- -
de medische historie betreffende het ongeval, bestaande uit de relevante regels uit het huisartsenjournaal en onderliggende stukken;
- -
het huisartsenjournaal vanaf januari 2012.
3.3.
Bij het huisartsenjournaal vanaf januari 2012 bevinden zich geen onderliggende stukken van specialisten die [eiseres] in de jaren vóór het ongeval hebben onderzocht. Op dit moment is niet duidelijk of die stukken van belang zijn. Het is aan de te benoemen deskundige om te bepalen of die relevant zijn voor zijn onderzoek en om de ontbrekende relevante stukken op te vragen. Als die situatie zich voordoet moet [eiseres] daaraan meewerken (zie hierna onder 3.10 en 4.9).
[gedaagde] moet nog nadere stukken over zijn inkomens- en vermogenspositie verstrekken
3.4.
In het tussenvonnis (r.o. 5.35) heeft de rechtbank [gedaagde] gevraagd in elk geval een door een accountant of boekhouder opgesteld/goedgekeurd overzicht van de financiën alsmede een recente aangifte en aanslag inkomstenbelasting over te leggen.
3.5.
[gedaagde] heeft niet volledig aan dat verzoek voldaan, maar krijgt gelegenheid om bij zijn conclusie na deskundigenbericht nadere informatie over zijn inkomens- en vermogenspositie over te leggen. [gedaagde] heeft namelijk zijn aangifte IB over 2022 en een uittreksel van de boekhouding uit Exact over 2024 overgelegd en toegelicht. Dat is onvoldoende, omdat de aangifte IB over 2022 onvoldoende recent is en het overgelegde uittreksel over 2024 met toelichting niet door een accountant of boekhouder is opgesteld/goedgekeurd. Daarbij komt dat volgens [gedaagde] de resultaten over 2023 en 2024 lager zijn dan in 2022 en een bedrijfsbeëindiging in de loop van 2025 onafwendbaar is. Als reden voor het niet overleggen van zijn aangiften IB over 2023 en 2024 geeft [gedaagde] op dat die aangiften deel uitmaken van de uitstelregeling die zijn accountant met de belastingdienst heeft en er daarom niet zijn. Dit geeft de rechtbank aanleiding om [gedaagde] in de gelegenheid te stellen om bij zijn conclusie na deskundigenbericht de informatie over zijn inkomens- en vermogenspositie aan te vullen. Uitgaande van de door de deskundige opgegeven termijn waarin hij verwacht zijn onderzoek af te kunnen ronden, zal dit [gedaagde] voldoende tijd bieden om de onder 3.4 bedoelde stukken te verkrijgen.
het aangekondigde deskundigenbericht wordt nu bevolen
3.6.
De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over een aangekondigd deskundigenonderzoek. Dit deskundigenonderzoek zal de rechtbank in dit vonnis bevelen.
3.7.
Mede gelet op het debat tussen partijen over het aantal te benoemen deskundigen, de persoon van de deskundige(n) en de aan de deskundige(n) te stellen vragen, zal de rechtbank de onder de beslissing vermelde deskundige benoemen. Aan deze deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd.
Hierbij overweegt de rechtbank als volgt.
- -
de door beide partijen genoemde [deskundige 1] is door de rechtbank benaderd maar heeft meegedeeld dat hij niet beschikbaar is;
- -
partijen hebben ieder ook andere deskundigen genoemd en hebben geen gemotiveerd bezwaar gemaakt tegen de door de wederpartij genoemde deskundigen. Daartoe behoort ook de in de beslissing vermelde deskundige;
- -
[gedaagde] heeft geen feiten gesteld waaruit volgt dat één van de door hem genoemde deskundigen de voorkeur zou moeten krijgen boven de deskundigen die [eiseres] heeft genoemd;
- -
de wachttijden van neurologen die als deskundige kunnen optreden is lang. De wachttijd die na te melden deskundige heeft opgegeven is in vergelijking daarmee normaal;
- -
in de aan de deskundige voor te leggen vragen ligt besloten dat de deskundige eerst het neurologisch onderzoek dient te verrichten en op basis daarvan moet bepalen of een neuropsychologisch onderzoek noodzakelijk/dienstig is.
3.8.
De deskundige heeft het voorschot begroot op een bedrag van € 15.306,50 (inclusief btw). Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. [eiseres] heeft geen bezwaar gemaakt tegen de begroting van het voorschot. [gedaagde] heeft daar wel bezwaar tegen gemaakt, maar daarbij slechts aangevoerd dat hij het voorschot hoog vindt. Zijn bezwaar strekt er toe dat de rechtbank
- -
zal bepalen dat géén overschrijding zal plaatsvinden zonder voorafgaande toestemming van de rechtbank na hoor en wederhoor van beide partijen, en
- -
het voorschot zal beperken tot de eerste fase van het onderzoek, het neurologisch onderzoek.
In die eerste wens voorziet het systeem. Het verhogen van het voorschot of vaststellen van het loon van de deskundige is slechts mogelijk bij een beslissing van de rechtbank nadat partijen daarover zijn gehoord. Het volstaat dus om de deskundige er op te wijzen dat hij zijn werkzaamheden dient te staken en contact moet opnemen met de griffier als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn (zie 4.8).
3.9.
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt in de wet dat het voorschot op de kosten van de deskundige door de eisende partij moet worden betaald. Omdat [eiseres] met een toevoeging procedeert, zal echter aan haar geen voorschot worden opgelegd. Het verzoek om het voorschot te faseren, wijst de rechtbank daarom bij gebrek aan belang af, want [gedaagde] en [eiseres] hoeven geen van beiden een voorschot te betalen. Het voorschot komt voorlopig ten laste van ’s Rijks kas. Dit alles leidt ertoe dat de rechtbank het voorschot zal vaststellen op een bedrag van € 15.306,50 (inclusief btw).
3.10.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals hierna onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaraan de gevolgen verbinden die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
3.11.
Als een partij op verzoek van de deskundige of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige toestuurt, moet zij daarvan direct een afschrift aan de wederpartij verstrekken.
3.12.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
4De beslissing
De rechtbank
4.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige voor de beantwoording van de volgende vragen:
VRAAGSTELLING CAUSAAL VERBAND BIJ ONGEVAL
1. De situatie met het ongeval
Anamnese
a. Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en de ernst van het letsel, het verloop van de klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen? Welke overige klachten en beperkingen op uw vakgebied worden desgevraagd gemeld? Wilt u in uw anamnese vermelden welke beperkingen op uw vakgebied [eiseres] aangeeft in relatie tot de activiteiten van het algemene dagelijkse leven (ADL), loonvormende arbeid en het uitoefenen van hobby’s, bezigheden in recreatieve sfeer en zelfwerkzaamheid?
Medische gegevens
Wilt u op basis van het medisch dossier van [eiseres] een beschrijving geven van:
- de medische voorgeschiedenis van [eiseres] op uw vakgebied;
- de medische behandeling van het letsel van de [eiseres] en het resultaat daarvan.
Medisch onderzoek
1. Wilt u een beschrijving geven van uw bevindingen bij lichamelijk en eventueel hulponderzoek?
2. Wilt u naar aanleiding van uw onderzoek bepalen of een neuropsychologisch onderzoek noodzakelijk/dienstig is en zo ja, wilt u in dat geval een neuropsycholoog van eigen keuze inschakelen, waarbij u partijen alvorens u deze neuropsycholoog inschakelt in de gelegenheid dient te stellen zich uit te laten over de persoon van de neuropsycholoog van uw keuze. Mocht(en) (een van de) partijen bezwaren hebben tegen de neuropsycholoog van uw keuze, dan dient u zich te wenden tot de rechtbank voor overleg.
U dient van de inschakeling van een neuropsycholoog melding te maken in uw rapport en de uitkomsten van het neuropsychologisch onderzoek in uw conclusies te betrekken en de verslaglegging van het neurologisch onderzoek bij uw expertiserapport te voegen. Het is aan u welke u vragen u aan de neuropsycholoog wilt voorleggen.
Consistentie
Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie die is verkregen van [eiseres] zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek?
Voor zover u de vorige vraag ontkennend beantwoordt, wilt u dan aangeven wat de reactie was van [eiseres] op de door u geconstateerde inconsistenties en welke conclusies u daaruit trekt?
Diagnose
Wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaaldiagnostische overweging geven?
Beperkingen
Welke beperkingen op uw vakgebied bestaan naar uw oordeel bij [eiseres] in haar huidige toestand, ongeacht of de beperkingen voortvloeien uit het ongeval? Wilt u deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven, op semi-kwantitatieve wijze weergeven en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen arbeidsdeskundige?
Medische eindsituatie
Acht u de huidige toestand van [eiseres] zodanig dat een beoordeling van de blijvende gevolgen van het ongeval mogelijk is, of verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van het op uw vakgebied geconstateerde letsel?
Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 1g)?
2. De situatie zonder het ongeval
Meestal zal het niet mogelijk zijn om onderstaande vragen (met name de vragen 2c - 2e) met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te bieden. Wel wordt gevraagd of u vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied uw mening wilt geven over kansen en waarschijnlijkheden. Het is dus de bedoeling dat u aangeeft wat u op grond van uw deskundigheid op uw vakgebied op deze vragen kunt antwoorden.
Klachten, afwijkingen en beperkingen voor het ongeval
-
Bestonden voor het ongeval bij [eiseres] reeds klachten en afwijkingen op uw vakgebied die de [eiseres] thans nog steeds heeft?
-
Zo ja, kunt u dan aangeven welke beperkingen voor het ongeval uit deze klachten en afwijkingen voortvloeiden en thans nog steeds uit deze klachten en afwijkingen voortvloeien?
Klachten, afwijkingen en beperkingen zonder het ongeval
Zijn er daarnaast op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval [eiseres] niet was overkomen?
Zo ja (dus zonder het ongeval ook klachten), kunt u dan een indicatie geven met welke mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in welke omvang de klachten en afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?
Kunt u aangeven welke beperkingen uit deze klachten en afwijkingen zouden zijn voortgevloeid?
Verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van de op uw vakgebied geconstateerde niet aan het ongeval gerelateerde klachten en afwijkingen?
Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 2e)?
3. Overig
a. Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die relevant kunnen zijn voor het verdere verloop van deze zaak?
4.2.
benoemt tot deskundige:
[deskundige 2]
correspondentieadres: [postbus] , [postcode] [plaats 3] ,
[e-mailadres] ,
4.3.
bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden,
het voorschot
4.4.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op € 15.306,50 (inclusief btw),
4.5.
legt aan [eiseres] geen voorschot op,
het onderzoek
4.6.
bepaalt dat [eiseres] het procesdossier in afschrift aan de deskundige moet toesturen,
4.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
4.8.
wijst de deskundige erop dat:
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek kennis moet nemen van de Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken én van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (beide te raadplegen op www.rechtspraak.nl),
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk staakt en contact opneemt met de griffier, als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht vermeldt of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken,
4.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige moeten verstrekken als de deskundige daarom vraagt, de deskundige toegang moeten verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid moeten geven om het onderzoek te verrichten,
het schriftelijk rapport
4.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk 12 maanden na deze beslissing een schriftelijk en ondertekend rapport in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, met een gespecificeerde declaratie,
4.11.
wijst de deskundige erop dat:
- uit het schriftelijk rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige [eiseres] in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van haar inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in artikel 7:464 lid 2 onder b BW en, als [eiseres] als eerste kennis wil nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan [eiseres] (eventueel onder gesloten couvert via zijn advocaat) moet toesturen en [eiseres] daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of zij gebruik wil maken van haar blokkeringsrecht (waarbij [eiseres] zich van commentaar op het concept moet onthouden),
- als [eiseres] binnen die termijn meedeelt gebruik te maken van haar blokkeringsrecht, de deskundige de werkzaamheden onmiddellijk staakt en dit aan de rechtbank meedeelt,
- als [eiseres] geen gebruik maakt van haar inzage- of blokkeringsrecht, de deskundige het concept van het deskundigenrapport aan de advocaten van partijen stuurt, waarna partijen de gelegenheid krijgen om binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
4.12.
bepaalt dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben om op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
4.13.
bepaalt dat de zaak op de parkeerrol zal komen van woensdag 1 april 2026,
4.14.
draagt de griffier op om na ontvangst ter griffie van het rapport de zaak op een eerdere rol te plaatsen voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eiseres] op een termijn van vier weken,
4.15.
staat [gedaagde] toe om bij zijn conclusie na deskundigenbericht de onder 3.4 bedoelde stukken over te leggen, waarna [eiseres] 4 weken later bij akte op die stukken mag reageren; Rechtbank Rotterdam 22 september 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:11216