Overslaan en naar de inhoud gaan

RBZWB 200825  kantonrechter benoemt psychiater en stelt voorschot vast

 

RBZWB 200825  kantonrechter benoemt psychiater en stelt voorschot vast

in vervolg op
RBZWB 160725 vaststelling vragen en persoon psychiatrisch deskundige, aanvullende vragen t.z.v. life-events

2De verdere beoordeling

2.1

In voornoemde tussenbeschikking heeft de kantonrechter partijen in de gelegenheid gesteld zich over het door de deskundige gevraagde voorschot uit te laten. Bij voornoemde brieven hebben partijen bericht dat zij akkoord gaan met het gevraagde voorschot.

2.2

Beslist wordt dan ook als volgt.

3De beslissing

De kantonrechter

3.1

beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de IWMD-vraagstelling, aangevuld met de volgende vragen:

  • -

    Wilt u bij de beoordeling de twee life-events betrekken (de miskraam en het ontvluchten van de oorlogssituatie in Syrië)?

  • -

    Mocht er sprake zijn van een verslechtering van de gezondheidssituatie van [verzoeker] in de periode na het bedrijfsongeval, heeft de confrontatie van [verzoeker] in september 2022 met een persoon met een geamputeerde hand daar invloed op gehad?

3.2

benoemt tot deskundige: de heer [psychiater] , psychiater bij de [praktijk] te [plaats 2] ,

het voorschot

3.3

stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 5.596,25 inclusief btw (uurtarief: € 185,00 exclusief btw),

3.4

bepaalt dat TME het voorschot dient te voldoen en wel binnen twee weken na de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,

3.5

draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,

het onderzoek

3.6

bepaalt dat TME het procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,

3.7

bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,

3.8

wijst de deskundige er op dat:

- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),

- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,

- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,

3.9

bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,

het schriftelijk rapport

3.10

draagt de deskundige op om uiterlijk vier maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud in te leveren ter griffie van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, Centraal deskundigenbureau, locatie Breda, Postbus 90004, 4800 PA Breda, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,

3.11

wijst de deskundige er op dat:

- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,

- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,

3.12

bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 20 augustus 2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:6777