Overslaan en naar de inhoud gaan

RBNHO 230119 Tegenverzoek inhoudend dat schade met € 18.500,00 volledig zou zijn betaald niet ontvankelijk

RBNHO 230119 afwijzing plausibiliteit nek- en hoofdpijn klachten; verzoek aanvullende deskundigenrapportage toegewezen;
. Tegenverzoek inhoudend dat schade met € 18.500,00 volledig zou zijn betaald niet ontvankelijk
- kosten gevorderd en toegewezen: 20 uur x € 250,- (?) + BTW en griffiegeld

Het geschil

3.1.
[verzoeker] verzoek bij wijze van deelgeschil ex artikel 1019w Rv:

te bepalen dat zijn klachten, bestaande uit:
• pijnklachten van de rechter schouder,
• pijnklachten van de nek,
• hoofdpijn, en
• concentratieproblemen,
in juridisch causaal verband staan tot het [verzoeker] op 19 februari 2014 overkomen ongeval,

VGA te bevelen binnen een door de rechtbank (de kantonrechter leest: de kantonrechter)te bepalen termijn medewerking te verlenen aan het in het kader van de verdere schaderegeling op gezamenlijk verzoek doen laten uitvoeren van aanvullend onderzoek door verzekeringsarts [E], hierbij de leidraad deskundigenonderzoeken in acht te nemen en te bepalen dat VGA alle hiermee verband houdende redelijke buitengerechtelijke kosten voor haar rekening dient te nemen,

Op grond van artikel 1019aa Rv de kosten van deze procedure te begroten op € 6.338,- en VGA te bevelen dit bedrag binnen zeven dagen na de te wijzen beschikking te vergoeden door overmaking aan de advocaat van [verzoeker].

3.2.
Tussen partijen bestaat al jarenlang een discussie over de waardering van de letselschade van [verzoeker] als gevolg van het hem op 19 februari 2014 overkomen ongeval. Met name het causaal verband en de vraag naar de beperkingen van [verzoeker] als gevolg van het ongeval houdt partijen verdeeld. Om die reden is [verzoeker] het verzoek te doen om het causaal verband vast te stellen tussen het hem overkomen ongeval en zijn klachten en te bevelen dat VGA medewerking verleent aan het in gezamenlijk overleg laten plaatsvinden van aanvullend verzekeringsgeneeskundig onderzoek.

3.3.
VGA heeft gemotiveerd verweer gevoerd en een tegenverzoek ingediend:

VGA verzoekt de rechtbank (de kantonrechter leest: de kantonrechter) bij wijze van deelgeschil ex artikel 1019w Rv te bepalen dat met een slotbetaling aan [verzoeker] van € 18.500,-- zijn schade als een gevolg van het hem op 19 februari 2014 (de kantonrechter leest:) overkomen ongeval volledig zal zijn vergoed.

3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.


De beoordeling

Ontvankelijkheid deelverzoek onder B

4.1.
VGA voert als verweer tegen deelverzoek B aan dat hiermee feitelijk de weg van het verzoeken van een voorlopig deskundigenbericht wordt omzeild. Dat procesrechtelijke instrument is daarvoor bedoeld. VGA heeft voor een onderbouwing van haar standpunt verwezen naar een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 8 december 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:14675.
Anders dan in die uitspraak en ook anders dan in de procedure tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht, gaat het in dit geval om een verzoek tot het doen van aanvullend onderzoek door een deskundige, die in deze zaak al uitgebreid onderzoek heeft verricht.

Naar het oordeel van de kantonrechter kan dat verzoek in een deelgeschil worden gedaan.

Het verweer wordt daarom verworpen.

Ontvankelijkheid tegenverzoek

4.2.
Het is niet uitgesloten om een deelgeschil bij wijze van tegenverzoek te starten. De voorwaarden die aan verzoek tot het voeren van een deelgeschil worden gesteld, gelden uiteraard ook voor een tegenverzoek.

Kort gezegd is het deelgeschil bedoeld om obstakels in de afwikkeling van personenschade weg te nemen, om partijen in de gelegenheid te stellen vastgelopen onderhandelingen buiten rechte weer op te vatten en te bezien of alsnog een definitieve buitengerechtelijke regeling kan worden bereikt.

Toewijzing van het tegenverzoek zoals VGA dat heeft gedaan, zal er niet toe leiden dat er weer onderhandelingen worden opgevat. Evenmin zal daardoor een buitengerechtelijke regeling tot stand kunnen komen. Toewijzing van het verzoek zou immers definitief een einde aan het geschil maken. Daarvoor is een deelgeschil niet bedoeld.

VGA kan daarom niet in het tegenverzoek worden ontvangen.

ECLI:NL:RBNHO:2019:5496