RBOBR 171219 sanctie op niet naleven van verzwaarde motiveringsplicht in deelgeschil: tekortkoming in nakoming behandelingsovereenkomst staat vast
- Meer over dit onderwerp:
RBOBR 171219 Snede in wang kind tijdens spoedsectio; onder verzwaarde motiveringsplicht valt verplichting om toe te lichten wat van gynaecoloog mocht worden gevergd
- sanctie op niet naleven van verzwaarde motiveringsplicht in deelgeschil: tekortkoming in nakoming behandelingsovereenkomst staat vast
- kosten verzocht en toegewezen, inclusief medisch advies, € 4.063,47 + € 3.317,18 = € 7.380,65
4 De beoordeling
4.1.
De kantonrechter stelt bij de beoordeling voorop dat bij het beantwoorden van de vraag of het ziekhuis aansprakelijk is voor de gestelde medische fout het er niet om gaat of het handelen van de betrokken gynaecoloog beter had gekund, maar of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.
4.2.
De kantonrechter stelt verder voorop dat de stelplicht en bewijslast (en daarmee het bewijsrisico) ter zake van de medische fout op [verzoeker c.s.] rust.
4.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [verzoeker c.s.] in dit geval aan zijn stelplicht voldaan. [verzoeker c.s.] stelt dat de door [betrokkene] toegebrachte snede in de wang van [minderjarige] het gevolg is van onzorgvuldig handelen bij het openen van de baarmoeder en hij onderbouwt dit met een medisch advies van [betrokkene 2]. Het ziekenhuis is volgens [verzoeker c.s.] aansprakelijk wegens tekortkoming in de nakoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst (artikel 7:453 BW).
4.3.
Op het ziekenhuis rust een verzwaarde motiveringsplicht, waardoor het bewijsrisico van van [verzoeker c.s.] wordt verlicht. Deze verzwaarde motiveringsplicht houdt de verplichting in om voldoende feitelijke gegevens te verstrekken ter motivering van de betwisting van de stellingen van de patiënt teneinde deze aanknopingspunten voor eventuele bewijslevering te verschaffen. Op het ziekenhuis rust daarmee onder meer ook de verplichting om toe te lichten wat in dit geval van een redelijk bekwaam en redelijk handelend gynaecoloog mocht worden gevergd.
4.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft het ziekenhuis in dit geval niet aan haar verzwaarde motiveringsplicht voldaan. Mede gelet op het door [verzoeker c.s.] overgelegde medisch advies heeft het ziekenhuis haar betwisting onvoldoende handen en voeten gegeven. Het ziekenhuis heeft namelijk onvoldoende toegelicht wat in dit geval van een redelijk bekwaam en redelijk handelend gynaecoloog mag worden verwacht en waarom [betrokkene] volgens het ziekenhuis in de gegeven omstandigheden daaraan heeft voldaan.
Het ziekenhuis stelt zich kennelijk op het standpunt dat te diep incideren als gevolg waarvan een snede bij de baby ontstaat in zijn algemeenheid bij een spoedsectio als complicatie moet worden beschouwd en niet als onzorgvuldig handelen. Het ziekenhuis kan op dit punt echter niet volstaan met een ongemotiveerde betwisting van het oordeel van [betrokkene 2] dat sprake is geweest van onzorgvuldig handelen. [betrokkene] heeft tijdens de mondelinge behandeling weliswaar een nadere toelichting gegeven die inhoudt dat in dit geval tegen zijn verwachting in sprake was van een dunne baarmoederwand en dat je in een spoedsituatie niet precies voelt hoe het kindje ligt, maar daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter toch een onvoldoende lezing gegeven van wat tijdens de medische behandeling is voorgevallen, welke mate van spoed was vereist en wat onder die omstandigheden van een gynaecoloog mag worden verwacht. Het ziekenhuis heeft dus – gelet op de toegebrachte snede bij [minderjarige] die ook volgens [betrokkene] niet de bedoeling was – onvoldoende toegelicht waarom in dit geval sprake is van handelen binnen de zorgvuldigheidsnorm die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend gynaecoloog mocht worden verwacht. De verwijzing naar uit onderzoek naar voren gekomen percentages van gevallen waarin bij een (spoed)sectio een snede bij de baby is opgetreden kan het ziekenhuis daarbij niet baten. Deze percentages (van minder dan 3 %) geven namelijk op zichzelf geen uitsluitsel over de vraag waar het in deze procedure om gaat, namelijk of de snede werd toegebracht als gevolg van onzorgvuldig handelen door de behandelend gynaecoloog. De aangehaalde onderzoeken zijn door het ziekenhuis ook niet overgelegd. De kantonrechter ziet zonder nadere toelichting door het ziekenhuis dan ook niet in welke conclusies aan het aangehaalde onderzoek kunnen worden verbonden voor dit concrete geval. Voor zover het ziekenhuis wenst te betogen dat deze percentages betekenen dat een snede in het lichaam van de baby bij een spoedkeizersnede niet het gevolg kan zijn van onzorgvuldig handelen, heeft zij dat eveneens onvoldoende toegelicht.
4.5.
Het gevolg van het voorgaande is dat de stellingen van [verzoeker c.s.] als onvoldoende gemotiveerd betwist op de voet van art. 149 Rv als vaststaand worden aangenomen (Hoge Raad 15 december 2006, NJ 2007/203). Deze deelgeschilprocedure leent zich immers niet voor een andere sanctie op het niet naleven van de verzwaarde motiveringsplicht (omdat deze procedure zich niet leent voor bewijslevering). Daarmee is in deze deelgeschilprocedure voldoende vast komen te staan dat sprake is van handelen in strijd met de hiervoor weergegeven zorgvuldigheidsnorm en dus van een tekortkoming in de nakoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Het ziekenhuis is daarom aansprakelijk voor de door [minderjarige] geleden en nog te lijden schade als gevolg van de snede. De verzochte verklaring voor recht kan in die zin worden gegeven.ECLI:NL:RBOBR:2019:7732