Overslaan en naar de inhoud gaan

HR 201006 ingangsdatum wettelijke rente na subrogatie

HR 20102006 ingangsdatum wettelijke rente na subrogatie
3.7.3 De verzekeraar die uit hoofde van een verzekeringsovereenkomst aan een benadeelde, jegens wie de verzekerde tot schadevergoeding gehouden is, die schade heeft vergoed en als gevolg daarvan op grond van art. 284 (oud) K. en thans art. 7:962 BW wordt gesubrogeerd in de rechten die de verzekerde ter zake van die schade jegens een derde kan uitoefenen, kan van deze derde slechts betaling vorderen voorzover hijzelf de schade aan de benadeelde heeft vergoed. Daaronder valt de over de schadevergoeding door de verzekerde aan de benadeelde verschuldigde wettelijke rente die de verzekeraar aan de benadeelde heeft vergoed.
Ten aanzien van de aanspraak van de verzekeraar op wettelijke rente over hetgeen hij aan de benadeelde heeft vergoed en waarvoor hij op de derde verhaal zoekt, geldt dat de derde jegens de verzekeraar eerst tot vergoeding van wettelijke rente verplicht is indien hij in verzuim is met de nakoming van zijn verbintenis tot betaling van hetgeen waartoe hij door de verzekeraar is aangesproken.
De vraag wanneer het verzuim intreedt moet als volgt worden beantwoord. Waar de verzekeraar gesubrogeerd is in verhaalsrechten van de verzekerde jegens de derde die voortvloeien uit onrechtmatige daad of, zoals in het onderhavige geval, uit wanprestatie van de derde jegens de verzekerde, treedt het verzuim van de derde op grond van art. 6:83, aanhef en onder b, BW zonder ingebrekestelling in. Dit geldt niet slechts ten aanzien van hetgeen de verzekeraar heeft vergoed aan de benadeelde en waarvoor de verzekeraar op de derde verhaal zoekt, maar ook voor de door de verzekeraar van de derde gevorderde wettelijke rente daarover. Deze loopt dan ook vanaf het tijdstip dat de verzekeraar in de rechten van de verzekerde is gesubrogeerd, zonder dat daartoe een ingebrekestelling nodig is.
Onderdeel 3a dat van een andere opvatting uitgaat faalt.
De verbintenis van [eiseres] jegens Aqua+, waarin Winterthur is gesubrogeerd, is ontstaan in november 1989, dus vóór het in werking treden van Boek 6 BW. Op grond van art. 182 en 183 Overgangswet Nieuw BW geldt in dit geval niet art. 6:83 BW maar art. 1286 lid 3 (oud) BW, zodat het hof ten onrechte niet laatstgenoemde bepaling heeft toegepast op de onderhavige vordering van Winterthur ter zake van wettelijke rente. Onderdeel 3b dat daarover klaagt, slaagt.
LJN AX6737 conclusie AG Keus