Overslaan en naar de inhoud gaan

RBDHA 200325 exhibitievordering ex artikel 843a kan ook in deelgeschil ingesteld worden; rb gelast Shell onder oplegging van dwangsom gegevens te verstrekken t.z.v. gevaarlijk stoffen in laboratoria

RBDHA 200325 exhibitievordering ex artikel 843a kan ook in deelgeschil ingesteld worden
- rb gelast Shell onder oplegging van dwangsom gegevens te verstrekken t.z.v. gevaarlijk stoffen in laboratoria
- verzocht, geen verweer, en begroot op 17,5 uur x € 215 + 21% = € 4.552,63

2De feiten

2.1.

[verzoeker] was vanaf 30 juni 2007 tot en met 15 februari 2021 in dienst bij Eurest Services B.V., voorheen handelende onder de handelsnaam Eurest Support Services B.V., in de functie van medewerker schoonmaak.

2.2.

[verzoeker] heeft tot eind 2018 schoonmaakwerkzaamheden verricht in het Andesgebouw en het Alaskagebouw van Shell in Rijswijk.

2.3.

In de uitoefening van die werkzaamheden diende [verzoeker] het chemisch afval afkomstig uit de laboratoria op te ruimen, de kwikruimte schoon te maken en het glaswerk dat in aanraking was geweest met of waarin nog vloeistofresten zaten van chemicaliën te reinigen.

2.4.

Op 17 oktober 2018 heeft [verzoeker] zich ziekgemeld, waarna hij geen werkzaamheden meer heeft verricht. Sinds 29 oktober 2020 heeft [verzoeker] een WIA-uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100.

2.5.

Bij brief van 23 juli 2020 heeft de toenmalige gemachtigde van [verzoeker] Shell aansprakelijk gesteld.

3Het verzoek

3.1.

[verzoeker] verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. Shell te bevelen om binnen 7 dagen na de ten deze te wijzen beschikking aan [verzoeker] (een) afschrift(en) te verstrekken van:

  1. Een overzicht van alle gevaarlijke stoffen, waarmee in de verschillende laboratoria van Shell in het Andesgebouw en het Alaskagebouw te Rijswijk werd gewerkt in de periode van 30 juni 2007 tot en met 31 december 2018;

  2. Alle geldende risico-inventarisatie en -evaluatie met plannen van aanpak ten aanzien van (de werkzaamheden in) deze laboratoria in de periode van 30 juni 2007 tot en met 31 december 2018;

  3. Alle rapportages met betrekking tot het op 12 juni 2009 plaatsgevonden hebbende incident, waarbij [verzoeker] is blootgesteld aan tolueen;

  4. Het advies uit begin september 2009 van de toenmalige veiligheidsdeskundige van Eurest Service B.V., voorheen handelende onder de handelsnaam Eurest Support Services B.V., en de naar aanleiding van dit advies opgestelde bescheiden, waaronder de aangepaste werkomschrijvingen en taakrisicoanalyses;

  5. Een overzicht van alle namen en adressen van de laboranten, die in de periode van 30 juni 2007 tot en met 31 december 2018 in deze laboratoria werkzaam zijn geweest.

II. Te bepalen dat Shell een dwangsom verbeuren van € 1.000,00 per dag als zij geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven met de nakoming van voormelde veroordeling(en), tot een maximum van € 100.000,00, met begroting van de kosten als bedoeld in artikel 1019aa lid 1 Rv en Shell te veroordelen tot betaling van de kosten van dit deelgeschil aan verzoeker.

3.2.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4De beoordeling

Het deelgeschil; de exhibitie ex artikel 843a Rv

4.1.

De kantonrechter stelt voorop dat de exhibitievordering zoals bedoeld in artikel 843a Rv via de schakelbepaling artikel 284 Rv ook kan worden ingesteld in een deelgeschilprocedure.

4.2.

Een verzoek tot afgifte van of inzage in bescheiden is slechts toewijsbaar indien aan de drie in voormeld artikel genoemde cumulatieve voorwaarden is voldaan. Dat wil zeggen dat 1) de wederpartij van degene die bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, een rechtmatig belang heeft bij afschrift of inzage daarvan, 2) de vordering betrekking heeft op bepaalde bescheiden en 3) de bescheiden een rechtsbetrekking betreffen waarbij degene die afschrift of inzage vordert partij is. Daarnaast mag zich geen van de in de leden 3 en 4 van artikel 843a Rv vervatte uitzonderingen voordoen. Artikel 843a Rv kent daarmee een zelfstandige bevoegdheid toe aan de partij die daarbij een rechtmatig belang heeft.

4.3.

Ter zitting heeft [verzoeker] zijn verzoek sub I. a.) nog aangevuld in die zin dat hij bij de uitleg van de term “gevaarlijke stoffen” wenst aan te sluiten bij de (ruimere) omschrijving ervan in artikel 1.1 lid 5 sub b Arbeidsomstandighedenbesluit (per 1 februari 2025). Shell heeft daartegen geen bezwaar gemaakt.

4.4.

Gebleken is dat Shell de verzoeken van [verzoeker] zal inwilligen en bereid is de verzochte informatie zo veel en zo snel als mogelijk over te leggen. Wel heeft Shell aangevoerd dat een overzicht van alle namen en adressen van de laboranten te onbepaald is. [verzoeker] heeft vervolgens ter zitting zijn verzoek sub I. e.) geconcretiseerd en verzoekt (vooralsnog) de gegevens van laboranten [naam 1] en [naam 2] . Daartegen heeft Shell geen bezwaar meer gemaakt.

4.5.

Het verzochte onder I. c.) (alle rapportages die betrekking hebben op het tolueen-incident van 12 juni 2009) is overgelegd als productie S-2 bij het verweerschrift. Shell heeft aangevoerd dat die uitdraai alle vindbare informatie erover is. Aangezien Shell daarmee aan het verzoek heeft voldaan, heeft [verzoeker] geen belang meer bij zijn verzoek Shell op te dragen alle rapportages te verstrekken. Dit verzoek zal dan ook worden afgewezen vanwege een gebrek aan belang.

4.6.

Aangezien de overige (aangepaste) verzoeken voldoen aan de wettelijke vereisten en er verder geen verweer tegen wordt gevoerd, zijn deze toewijsbaar zoals hierna in het dictum vermeld.

4.7.

De vordering tot het opleggen van dwangsommen wordt toegewezen voorzover Shell aan de veroordelingen tot het verstrekken van de informatie kan voldoen. Dit geldt niet voor het advies van de toenmalige veiligheidsdeskundige Eurest Service B.V. Onduidelijk is of Shell aan deze veroordeling kan voldoen, omdat onbekend is bij wie dat rapport zich bevindt: Shell of Eurnest Serrvice B.V. De kantonrechter is van oordeel dat in zo’n geval geen dwangsom kan worden opgelegd, zodat er geen dwangsom zal worden verbonden aan de veroordeling voorzover die betrekking heeft op het rapport van Eurnest Service B.V.

Kosten deelgeschil

4.8.

De gemachtigde van [verzoeker] heeft de kosten van het deelgeschil begroot op in totaal 17 uur en 30 minuten á € 215,00 per uur ex btw. Tegen deze begroting is geen verweer gevoerd door Shell. Dit betekent dat de kosten als redelijk zullen worden begroot op (17,5 uur x € 215,00 x 21% btw) € 4.552,63, waarbij nog opgeteld dient te worden het griffierecht van € 87,00 zodat de totale kosten worden begroot op € 4.639,63.

5De beslissing

De kantonrechter

5.1.

beveelt Shell om binnen drie (3) weken na deze beschikking aan [verzoeker] (een) afschrift(en) te verstrekken van:

  1. een overzicht van alle gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 1.1 lid 5 sub b Arbeidsomstandighedenbesluit, waarmee in de verschillende laboratoria van Shell in het Andesgebouw en het Alaskagebouw te Rijswijk werd gewerkt in de periode van 30 juni 2007 tot en met 31 december 2018;

  2. alle geldende risico-inventarisaties en -evaluaties met plannen van aanpak ten aanzien van (de werkzaamheden in) deze laboratoria in de periode van 30 juni 2007 tot en met 31 december 2018;

  3. het advies uit begin september 2009 van de toenmalige veiligheidsdeskundige van Eurest Service B.V., voorheen handelende onder de handelsnaam Eurest Support Services B.V., en de naar aanleiding van dit advies opgestelde bescheiden, waaronder de aangepaste werkomschrijvingen en taakrisicoanalyses;

  4. e gegevens van laboranten [naam 1] en [naam 2] .

5.2.

bepaalt dat Shell ten aanzien van de veroordelingen sub a., b. en d. een dwangsom van € 1.000,00 per dag verbeuren als zij geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven met de nakoming van voormelde veroordelingen, tot een maximum van € 100.000,00,

5.3.

begroot de kosten als bedoeld in artikel 1019aa Rv op € 4.639,63;

5.4.

wijst het meer of anders verzochte af.Rechtbank Den Haag 20 maart 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:9953