Overslaan en naar de inhoud gaan

RBMNE 300425 vdo t.z.v. mogelijke fouten bij galblaasoperatie

RBMNE 300425 vdo t.z.v. mogelijke fouten bij galblaasoperatie

2De kern van de zaak

2.1.

[verzoeker] is op 23 september 2021 in het Sint Antonius geopereerd. Zijn galblaas is toen verwijderd. Volgens [verzoeker] zijn tijdens de operatie verwijtbare fouten gemaakt en hij verzoekt de rechtbank om een voorlopig deskundigenbericht te gelasten. Sint Antonius heeft geen bezwaar tegen het houden van een voorlopig deskundigenbericht, maar stelt een andere vraagstelling voor.

2.2.

Partijen zijn het eens over de te benoemen persoon van de deskundige (de heer prof. dr. [chirurg 1] , chirurg, verbonden aan Meander Medisch Centrum).

2.3.

De rechtbank beveelt een deskundigenonderzoek en benoemt prof. dr. [chirurg 1] , chirurg, als deskundige om de in de beschikking vermelde vragen te beantwoorden.

3De beoordeling

inleiding

3.1.

[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] 1975, is op 19 maart 2020 en op 10 april 2020 per ambulance naar de SEH van Sint Antonius gebracht in verband met pijn op zijn borst en achter op zijn rug.

3.2.

Op 29 januari 2021 is hij opnieuw per ambulance naar Sint Antonius gebracht. Uit onderzoek bleek toen dat hij last had van galstenen in de galwegen.

3.3.

Tijdens een dagopname op 8 februari 2021 is hij geopereerd op de afdeling MDL (Maag-darm-lever) en zijn de galstenen verwijderd en werd een stent geplaatst.

3.4.

In de periode daarna is hij nog een paar keer gezien en behandeld in Sint Antonius, onder meer in verband met ontstekingen rondom de lever en de galblaas.

3.5.

Op 23 september 2021 is de galblaas van [verzoeker] verwijderd via een kijkoperatie door de chirurg dr. [chirurg 2] . Bij die ingreep is de hoofdgalgang (ductus choledochus) doorgenomen.

hoe is het toen verder gegaan?

3.6.

Op 19 oktober 2021 heeft [verzoeker] Sint Antonius aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden en nog te lijden schade. Hij verwijt Sint Antonius dat er tijdens de operatie op 23 september 2021 niet conform de professionele standaard is gehandeld waardoor blijvend letsel is ontstaan. Sint Antonius heeft op 30 december 2021 de aansprakelijkheid afgewezen. Volgens Sint Antonius is van medisch onzorgvuldig handelen en/of handelen in strijd met de medisch professionele standaard geen sprake.

3.7.

Partijen hebben daarna met elkaar overlegd over een expertise ter beoordeling van de medische behandeling maar geen overeenstemming bereikt over de stukken en de vragen die aan de deskundige voorgelegd moeten worden.

3.8.

[verzoeker] heeft toen zelf de documentatie rondom de operaties laten beoordelen door de heer drs. [medisch chirurg] (medisch adviseur). Hij heeft op 23 februari 2022 een rapport opgesteld (productie 3 verzoekschrift).

3.9.

Hierna heeft mevrouw [chirurg 3] (chirurg en medisch adviseur) als opvolger van [medisch chirurg] op verzoek van [verzoeker] op 3 maart 2023 een rapport uitgebracht (productie 4 verzoekschrift). Op 25 juni 2023 heeft zij aanvullend gerapporteerd (productie 6 verzoekschrift).

3.10.

Hierna hebben partijen nog met elkaar gecorrespondeerd maar zij zijn het niet eens geworden over het uitvoeren van een gezamenlijke expertise.

wat vraagt [verzoeker] ?

3.11.

[verzoeker] vraagt om een voorlopig deskundigenbericht te bevelen en als deskundige prof. dr. [chirurg 1] te benoemen om de in zijn verzoekschrift vermelde vragen te beantwoorden.

wat vindt Sint Antonius?

3.12.

Sint Antonius heeft geen bezwaar tegen het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek en over de persoon van de deskundige zijn partijen het eens. Sint Antonius stelt wel een andere vraagstelling voor en wijst erop dat, omdat zij geen aansprakelijkheid heeft erkend, [verzoeker] volgens de hoofregel van artikel 195 Rv het voorschot van de deskundige dient te betalen.

toetsingskader voorlopig deskundigenbericht

3.13.

Bij de beoordeling van het verzoek van [verzoeker] geldt in principe het volgende. Het doel van een voorlopig deskundigenbericht is onder andere een partij de mogelijkheid te geven om met een onderzoek door een deskundige zekerheid of duidelijkheid te krijgen over feiten en omstandigheden die voor de beslissing van een geschil van belang kunnen zijn. Dat kan helpen om een standpunt te bepalen. Ook kunnen partijen op die manier beter beoordelen of het wenselijk is een procedure te beginnen of daar mee door te gaan. De rechter moet een verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht in principe toewijzen als het daaraan kan bijdragen. Een verzoek afwijzen kan ook, maar alleen als het in strijd is met de eisen van een goede procesorde, de bevoegdheid misbruikt wordt of de rechter vindt dat er een ander belangrijk bezwaar bestaat om het onderzoek te houden.

het onderzoek kan plaatsvinden

3.14.

[verzoeker] heeft goed uitgelegd waarom het onderzoek nodig is. Sint Antonius heeft er geen bezwaar tegen gemaakt. Voor de rechtbank zijn er ook geen redenen om het verzoek van [verzoeker] niet toe te staan.

3.15.

Dit betekent dat de rechtbank in deze uitspraak het gevraagde onderzoek zal bevelen en daarvoor een deskundige zal benoemen. Hierna wordt ingegaan op de persoon van de deskundige en op de vragen die gesteld moeten worden aan de deskundige. Tot slot volgen nog enkele opmerkingen die voor het onderzoek gelden.


deskundige

3.16.

Partijen zijn het er over eens dat zij de heer prof. dr. [chirurg 1] , chirurg, verbonden aan Meander Medisch Centrum, willen vragen het onderzoek uit te voeren. De griffier heeft daarom via een e-mailbericht per Zivver prof. dr. [chirurg 1] benaderd en gevraagd of hij bereid is en het hem vrij staat om onderzoek te doen. Prof. dr. [chirurg 1] heeft aangegeven bereid en in de gelegenheid te zijn het onderzoek te verrichten. Hij heeft daarbij het volgende toegelicht: “Nederland is een klein landje. Ik ken de betreffende chirurg, en als Meander Medisch Centrum zijn we onderdeel van het RAKU oncologisch samenwerkingsverband, het Sint Antonius ziekenhuis hoort hier ook bij. Ik onderhoud geen vriendschappelijke, of gerichte vakinhoudelijke relatie met de beklaagde. Als beide partijen akkoord zijn, dan neem ik het verzoek graag aan.” De griffier heeft partijen gevraagd of zij na deze aanvullende informatie akkoord gaan met de benoeming van prof. dr. [chirurg 1] als deskundige in hun zaak. Op 2 april 2025 heeft Sint Antonius laten weten akkoord te zijn met zijn benoeming en op 4 april 2025 heeft [verzoeker] dat laten weten. De rechtbank zal in deze beschikking prof. dr. [chirurg 1] als deskundige benoemen.

te stellen vragen

3.17.

Partijen zijn het niet eens over de aan de deskundige te stellen vragen. Volgens Sint Antonius moeten de vragen alleen over het handelen tijdens de operatie gaan en [verzoeker] wil dat het onderzoek breder is en de hele periode van de behandelingen omvat. Volgens [verzoeker] kan prof. dr. [chirurg 1] ook vragen over de diagnose en behandelingen door de MDL-arts en SEH-arts beoordelen. Volgens Sint Antonius behoort dat niet tot zijn vakgebied. Met dat uitgangspunt hebben zij allebei eigen vragen opgesteld. Een aantal vragen van partijen overlappen elkaar maar zijn net wat anders verwoord. Ter zitting hebben partijen hun standpunten over de te stellen vragen nader toegelicht. Met inachtneming wat partijen ter zitting hebben aangevoerd, zal de rechtbank een combinatie van de gewenste vragen opstellen en een aantal van de vragen aanvullen, wijzigen of weglaten. Bij een aantal zal de rechtbank de deskundige ook vragen aan te geven welk specialisme hij geschikt acht, als een bepaalde vraag niet tot zijn vakgebied hoort.

3.18.

De vragen die aan de deskundige ter beantwoording zullen worden voorgelegd, zijn:

Inleiding

In deze zaak staat het handelen van dr. [chirurg 2] , chirurg, ter discussie. Uw onderzoek(s-rapport) heeft als doel dat de rechter over het handelen van de betrokken arts kan oordelen; is er juist gehandeld door de arts? Het handelen van de betrokken arts moet de rechter toetsen aan een norm die geduid wordt als de norm van het goed hulpverlenerschap. Die norm vereist kennis van de medisch professionele standaard en de manier waarop de betrokken arts de geneeskundige behandeling heeft verricht. Om die toets te kunnen doen, is het noodzakelijk dat de rechter door u als medische deskundige wordt voorgelicht, om zo voorzien te worden van feitelijke informatie over de medische praktijk en het handelen van de betrokken arts. U wordt als medisch deskundige niet gevraagd om te oordelen over de aansprakelijkheid. Bij uw beoordeling moet u dan ook uit gaan van objectieve maatstaven. Leeftijd, rang en ervaring van de arts zijn voor de toets niet van belang.

In dit kader worden u onderstaande vragen gesteld. Het zal niet mogelijk zijn om alle vragen met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te geven. Wel wordt gevraagd of u, vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied, de geformuleerde vragen wilt beantwoorden, naar de stand van de wetenschap op het moment waarop de geneeskundige behandeling plaats had, uw antwoorden te motiveren en zo mogelijk te verwijzen naar relevante literatuur.

Het begrip ‘medisch professionele standaard’ moet u steeds opvatten als het geheel van regels en normen waaraan de hulpverlener is gehouden, die blijken uit de opleiding(s-eisen) voor medici, inzichten en ervaring uit de geneeskundige praktijk, wetenschappelijke literatuur, protocollen en gedragsregels.

1. Beschikt u over voldoende gegevens om de casus te beoordelen? Zo nee, wilt u aangeven welk aanvullend onderzoek u heeft verricht en/of welke aanvullende gegevens u heeft opgevraagd?

2) Welke zijn uw bevindingen ten aanzien van het beleid op medisch gebied, welke is de gestelde diagnose, de ingestelde behandelingen en wat het resultaat daarvan? Wilt u duidelijk aangeven welke feiten daarbij door u als vaststaand worden aangenomen?

3) Indien u het voor de uitvoering van uw onderzoek noodzakelijk acht, contact op te nemen met de heer [verzoeker] of de betrokken chirurg dr. [chirurg 2] , wilt u in dat geval dan zowel met de één als de ander contact opnemen en in uw rapport zo duidelijk en volledig mogelijk aangeven wat is besproken?

De contactgegevens van de heer [verzoeker] kunnen via zijn advocaat worden opgevraagd (mr. S.S. Mollova, tel. 070 387 14 16 of mollova@streefkerk.nl).

De betrokken chirurg, dr. [chirurg 2] , is bereikbaar via de poli Heelkunde (op het telefoonnummer [telefoonnummer 1] of per email [e-mailadres 1] )

4) a. Bent u op grond van alle gegevens, alle feiten en omstandigheden in aanmerking

genomen, van oordeel dat het beleid op medisch gebied aangaande diagnostiek en

behandeling van cliënt heeft voldaan aan de professionele standaard?

Als deze vraag niet tot uw vakgebied hoort, wilt u dan aangeven welk specialisme u daarvoor geschikt acht?

b. Indien u meent dat in het voortraject van onzorgvuldig handelen sprake is, wilt u dan aangeven waaruit dit onzorgvuldig handelen bestaat en hoe wel gehandeld had moeten worden? Wilt u bij uw antwoord zo mogelijk relevante literatuur vermelden

Als deze vraag niet tot uw vakgebied hoort, wilt u dan aangeven welk specialisme u daarvoor geschikt acht?

HOE HOORT HET IN HET ALGEMEEN TE GAAN?

5) Kunt aangeven hoe een laparoscopische cholecystectomie moet worden uitgevoerd volgens de binnen de beroepsgroep bestaande professionele standaard? Wilt u daarbij zoveel mogelijk verwijzen naar richtlijnen, protocollen en literatuur en de (digitale) vindplaats daarvan vermelden?

HOE IS HET IN DIT GEVAL GEGAAN EN WAS DAT CONFORM DE PROFESSIONELE STANDAARD?

U moet deze vraag zo feitelijk mogelijk beantwoorden. U hoeft niet aan te geven in hoeverre een eventuele afwijking aanvaardbaar, redelijk of verwijtbaar is.

6) Kunt u op basis van het medisch dossier aangeven of naar uw oordeel de operatie op 23 september 2021 conform de professionele standaard is verricht rekening houdend met de geldende richtlijnen op uw vakgebied?

a. Kunt u hierbij specifiek ingaan op het bereiken van de Critical View of Safety?

Onderstaande vragen (nr. 7 t/m 11) behoeven alleen beantwoord te worden indien het antwoord op vraag 4 a of 6 ontkennend is.

7) Als er niet volgens de professionele standaard is gehandeld, kunt u dan aangeven in hoeverre dat niet is gebeurd en hoe er anders had moeten worden gehandeld? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten, waar mogelijk met verwijzing naar literatuur?

8) Kunt u een vergelijking maken tussen de situatie zoals thans is ontstaan en de situatie indien wel conform de professionele standaard zou zijn gehandeld ten aanzien van:

a. het beloop voor betrokkene;

b. de beperkingen van betrokkene en de mate van de beperkingen;

c. de in de toekomst eventueel te verwachten verbeteringen of verslechteringen van de huidige toestand van het op uw vakgebied geconstateerde letsel.

Als deze vraag niet tot uw vakgebied hoort, wilt u dan aangeven welk specialisme u daarvoor geschikt acht?

9) Kunt u het percentage blijvende invaliditeit als gevolg van dit handelen in strijd met de professionele standaard bepalen? Kunt u daarbij ook aangeven wat het percentage blijvende invaliditeit zou zijn geweest indien wel conform de professionele standaard zou zijn gehandeld?

Als deze vraag niet tot uw vakgebied hoort, wilt u dan aangeven welk specialisme u daarvoor geschikt acht?

10) Met welke beperkingen heeft cliënt, als gevolg van het niet conform de

professionele standaard handelen, te maken? Zullen deze beperkingen in de

toekomst kunnen wijzigen en zo ja, in welke mate?

Als deze vraag niet tot uw vakgebied hoort, wilt u dan aangeven welk specialisme u daarvoor geschikt acht?

11) Kunt u uw mening geven over de gevolgen inclusief beperkingen voor cliënt indien

zou zijn gehandeld volgens de professionele standaard?

Als deze vraag niet tot uw vakgebied hoort, wilt u dan aangeven welk specialisme u daarvoor geschikt acht?

12) Heeft u nog opmerkingen die van belang zouden kunnen zijn voor de beoordeling van deze zaak door de rechter?

stukken voor de deskundige(n)

3.19.

De rechtbank zal bepalen dat [verzoeker] de deskundige voorziet van de processtukken en dat de griffier een kopie van deze beschikking aan de deskundige toestuurt. De rechtbank gaat ervan uit dat partijen de deskundige inzage zullen geven in alle bescheiden die hij voor de uitvoering van de opdracht van belang acht.

3.20.

[verzoeker] wil graag dat de deskundige ook kennis neemt van de bij het verzoekschrift gevoegde medische adviezen van [medisch chirurg] en [chirurg 3] . Sint Antonius heeft daar geen bezwaar tegen gemaakt, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat [verzoeker] deze medische adviezen mee zal sturen aan de deskundige.

blokkeringsrecht

3.21.

De rechtbank overweegt ambtshalve dat nu het onderzoek door de deskundige een medisch onderzoek is waarvoor geen geneeskundige behandelingsovereenkomst bestaat, [verzoeker] het inzage- en blokkeringsrecht heeft als bedoeld in artikel 7:464 lid 2 sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit betekent dat [verzoeker] als eerste het conceptrapport van de deskundige moet ontvangen en vervolgens, als bij dat rapport het blokkeringsrecht niet is uitgeoefend, ook als eerste het definitieve rapport van de deskundige moet ontvangen. De deskundige zal daarom moeten handelen als hierna in de beslissing is opgenomen. De rechtbank wijst er bovendien op dat als [verzoeker] van het blokkeringsrecht gebruik maakt de rechtbank daaraan in een eventueel op het voorlopig deskundigenbericht volgende bodemprocedure de conclusies kan verbinden die zij passend vindt.

voorschot

3.22.

Volgens de hoofdregel van artikel 195 Rv (oud) moet [verzoeker] het voorschot voor de kosten van de deskundige betalen. Dit zal in de beslissing worden opgenomen.

instructies

3.23.

De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven.

3.24.

Als een partij op verzoek van de deskundige of op eigen initiatief contact heeft met de deskundige, moet dat schriftelijk gebeuren. Die schriftelijke opmerkingen en verzoeken

aan de deskundige moet hij/zij dan ook meteen in kopie aan de andere partij sturen.

tot slot

3.25.

Omdat Sint Antonius een advocaat heeft, hoeft [verzoeker] haar geen kopie van deze uitspraak toe te sturen zoals in artikel 206 Rv (oud) staat, dat doet de griffer van de rechtbank.

4
4. De beslissing

De rechtbank:

deskundigenonderzoek

4.1.

beveelt dat een onderzoek door de deskundige zal worden verricht ter beantwoording van de vragen die zijn opgenomen onder punt 3.18 van deze beschikking

4.2.

benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:

prof. dr. [chirurg 1] , (etc. red. LSA LM) Rechtbank Midden-Nederland 30 april 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:2250