Overslaan en naar de inhoud gaan

KBS 021123 Oswald Nunes, De dokter haast zich langzaam; termijnen rond het verstrekken van het medisch dossier

KBS 021123 Oswald Nunes, De dokter haast zich langzaam; termijnen rond het verstrekken van het medisch dossier

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam, 20 oktober 2023

ECLI:NL:TGZRAMS:2023:230

De klaagster in deze zaak glijdt tijdens haar vakantie uit en bezeert haar enkel. Terug van vakantie neemt zij contact op met haar huisarts. De klaagster vraagt telefonisch om een verwijzing voor een foto; de huisarts wil echter eerst de enkel zelf onderzoeken. Gelet op de klachten verwijst de huisarts, ondanks haar bedenkingen, de klaagster toch door voor het maken van een foto. De foto wordt op 10 januari 2023 gemaakt. De klaagster vraagt op 16 januari 2023 de huisarts het verslag van de foto aan haar fysiotherapeut te sturen. Op 9 februari 2023 vindt een uitgesteld gesprek tussen de huisarts en de klaagster plaats met als doel de inmiddels verstoorde behandelrelatie te herstellen. Op 12 februari 2023 verstrekt de huisarts het radiologieverslag aan de klaagster. Later blijkt na het maken van nieuwe foto’s dat er (toch) een enkelfractuur aanwezig is.

De klaagster stapt naar het Regionaal Tuchtcollege (RTG). Zij verwijt de huisarts onder meer dat hij niet spoedig het verslag van de foto heeft verstrekt.

Het RTG overweegt dat een patiënt recht heeft op inzage in en een afschrift van zijn medisch dossier. Vanaf het moment dat de klaagster liet weten een afschrift van de rapportage van de radioloog te willen ontvangen, lag het op de weg van de huisarts om dit verzoek te honoreren. Het op een later moment plaatsvinden van een afspraak voor het herstelgesprek is geen reden danwel excuus om het verslag van de radioloog niet spoedig aan de klaagster toe te zenden. Dat de huisarts dit niet heeft gedaan, kan haar worden aangerekend. Dit klachtonderdeel is gegrond. De geconstateerde tekortkoming is naar het oordeel van het RTG echter niet zodanig dat een maatregel moet worden opgelegd.

Deze uitspraak gaat over het verstrekken van (een deel van) het medisch dossier aan een patiënt. Uit art. 7:456 BW volgt dat de hulpverlener aan de patiënt desgevraagd inzage in en afschrift van het medisch dossier verstrekt. In de KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’, versie november 2022, wordt dit onderwerp besproken en uitgewerkt. Er wordt aangegeven dat de arts zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek om een afschrift de patiënt moet informeren over de uitvoering van het verzoek. Als het om een complex verzoek of om meerdere verzoeken gaat, kan de arts deze termijn met twee maanden verlengen. In deze zaak deed de klaagster haar verzoek tot afgifte op 16 januari 2023. De huisarts heeft de gegevens vervolgens op 12 februari 2023, dus binnen een maand, verstrekt. De KNMG-richtlijn wordt in de uitspraak van het RTG niet benoemd en ook overigens blijkt niet van feiten en omstandigheden van dermate spoedeisende aard dat de huisarts deze termijn niet als uitgangspunt mocht hanteren. De huisarts had zelfs gemotiveerd waarom hij het verslag niet per kerende post had verstrekt: hij wilde eerst met de klaagster spreken om de behandelrelatie te herstellen. Deze gang van zaken vindt in de ogen van het RTG echter geen genade. Beslissingen zijn gemakkelijk, maar dan moeten de normen wel duidelijk zijn. KBS Advocaten