Overslaan en naar de inhoud gaan

RBROT 180725 kosten gevorderd en toegewezen € 3.696,50 obv 10 uren x € 285,- + btw + griffierecht

RBROT 180725 anodes van 1020 kg vallen op been; geen schending klachtplicht; zorgplicht geschonden; feitelijk werkgever aansprakelijk;
- kosten gevorderd en toegewezen € 3.696,50 obv 10 uren x € 285,- + btw + griffierecht


Kosten deelgeschil

4.28.
Op grond van artikel 1019aa Rv moet de kantonrechter de kosten van de procedure begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking nemen. Hierbij moet de dubbele redelijkheidstoets worden gehanteerd: de kosten moeten in redelijkheid zijn gemaakt en de hoogte van de kosten moet ook redelijk zijn.

4.29.
[verzoekster] maakt aanspraak op een bedrag van € 3.696,50. Daarbij gaat hij uit van griffierecht van € 248,- en 10 uren aan werkzaamheden voor zijn gemachtigde tegen een uurtarief van € 285,- exclusief btw. Het betoog van [verweerster] dat de kosten niet voor vergoeding op grond van artikel 1019aa Rv in aanmerking komen omdat het geschil zich niet leent voor behandeling in deelgeschil, gaat gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen niet op. Naar het oordeel van de kantonrechter is het gehanteerde tarief redelijk en is het aantal bestede uren in overeenstemming met de aard en complexiteit van dit deelgeschil. Omdat de aansprakelijkheid van [verweerster] hiervoor is vastgesteld, zal de kantonrechter [verweerster] veroordelen tot betaling van de kosten van de procedure.

1Rechtbank Midden-Nederland 29 maart 2017 ECLI:NL:RBMNE:2017:2319

2Rechtbank Rotterdam 24 april 2019 ECLI:NL:RBROT:2019:3246

3Hoge Raad 8 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY4600. Zie tevens HR 20 september 2024, ECLI:NL:HR:2024;1278

4HR 20 september 1996, NJ 1997/198 (Pollemans/Hoondert) ECLI:NL:RBROT:2025:9448