Overslaan en naar de inhoud gaan

GHSHE 180325 eerder oriënterend contact tussen deskundige en advocaat slachtoffer staat niet in de weg aan benoeming deskundige

GHSHE 180325 eerder oriënterend contact tussen deskundige en advocaat slachtoffer staat niet in de weg aan benoeming deskundige

in vervolg op:
GHSHE 141123 fietser valt over biggenruggen, Hof wenst zich met partijen te verstaan, o.m. over evt. desk. onderzoek t.z.v. kans op ongeval
- verklaring bij SEH en verklaring partner steunbewijs bij partijverklaring

Locatie ongeval: goo.gl/maps

6De beoordeling

6.1.

Het hof heeft in het tussenarrest van 14 november 2023 onder meer het volgende overwogen:

“3.6.9. Het hof acht zich ten aanzien van de vraag hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is dat een fietser in een situatie als destijds aanwezig in [straatnaam A] in aanraking komt met een biggenrug en daardoor ten val komt, in het licht van hetgeen partijen daarover hebben aangevoerd, nog onvoldoende voorgelicht. Het hof overweegt met betrekking tot deze punten een deskundigenbericht in te winnen en wenst zich daarover te verstaan met partijen. Ook aan de vraag waarom de gemeente daar biggenruggen heeft geplaatst (en geen andere weginrichting heeft gekozen) dient naar het oordeel van het hof nadere aandacht te worden besteed. Het hof zal daartoe een mondelinge behandeling gelasten. Het draagt de gemeente c.s. op om voorafgaand aan de mondelinge behandeling het onderliggende (verkeers-) besluit en/of andere op de weginrichting betrekking hebbende stukken in het geding te brengen.”

6.2.

De gemeente heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat de weginrichting met biggenruggen op de plaats waar [geïntimeerde] ten val is gekomen vóór 2002 tot stand is gebracht en dat zij niet beschikt over daarop betrekking hebbende besluiten of andere stukken. Zij heeft ook geen (andere) informatie over de vraag waarom voor biggenruggen en niet voor een andere weginrichting is gekozen.

6.3.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft het hof de mogelijkheid om [persoon A], verkeerskundige, als deskundige te benoemen met partijen besproken; zij hebben daartegen geen bezwaar gemaakt. Het hof heeft, onder verwijzing naar zijn onder ECLI:NL:GHSHE:2023:3785 gepubliceerde tussenarrest, aan [persoon A] gevraagd of hij bereid is om als deskundige op te treden en of hij daartoe vrij staat. [persoon A] heeft die vragen bevestigend beantwoord onder mededeling dat in januari 2024 mr. Gossens namens [geïntimeerde] oriënterend contact met hem heeft gehad over deze casus, maar dat naar zijn oordeel dat niet aan zijn benoeming door het hof in de weg staat. Ook het hof ziet op dit moment geen bezwaar tegen benoeming van [persoon A] als deskundige en behoudens gemotiveerde bezwaren van (een van) partijen zal het hof [persoon A] als deskundige benoemen. Het hof is voornemens aan de te benoemen deskundige de volgende vragen voor te leggen:

Zijn er algemene onderzoeksgegevens?

1. Is er statistisch onderzoek verricht naar (het aantal) enkelvoudige ongevallen van verkeersdeelnemers, waaronder fietsers, die in aanraking komen met tijdelijke/permanente fysieke middelen op de weg en in het bijzonder met biggen- (of varkens-) ruggen?

2. Is er wetenschappelijk onderzoek verricht naar het gebruik van vormen van weginrichting, in het bijzonder met toepassing van biggenruggen, ter geleiding van verkeersstromen? Zo ja:

a. is onderzoek gedaan naar en/of geadviseerd over het risico op enkelvoudige ongevallen1 van bestuurders, waaronder fietsers, die in aanraking komen met fysieke middelen, waaronder biggenruggen?

b. is daarbij onderzoek gedaan naar alternatieve maatregelen om de verkeersstromen zo veilig mogelijk, althans veiliger dan door middel van biggenruggen, te geleiden?

c. is daarbij onderzoek gedaan naar en/of geadviseerd over (verbetering van) de zichtbaarheid van fysieke middelen, waaronder biggenruggen?

Algemene vragen over biggenruggen

3. Is er een vaste maatvoering voor de biggenrug/varkensrug? Zo nee, kan worden aangegeven welke maat voor welke situatie geëigend is?

4. Plegen verkeersdeelnemers te worden gewaarschuwd voor de aanwezigheid van biggenruggen en, zo ja, hoe?

5. Hoe zichtbaar dient een biggenrug te zijn en welke maatregelen zijn geëigend om de zichtbaarheid te waarborgen?

Concrete vragen over de biggenruggen ter plaatse van het ongeval

6. Was het plaatsen van de biggenruggen in [straatnaam A] in Tilburg, een ontsluitingsweg, destijds in overeenstemming met de geldende regelgeving? Zo ja, was de beslissing van de gemeente tot plaatsing een beslissing die een redelijk handelend verkeerskundige op dat moment had kunnen onderschrijven? Zo nee, waarom niet?

7.

a. Zijn er naar uw oordeel voldoende maatregelen getroffen om fietsers te waarschuwen voor de biggenruggen in [straatnaam A] te Tilburg?

b. Is daarbij naar uw oordeel van belang dat het ongeval ’s nachts - in het donker dus - plaatsvond terwijl het regende en de fietser de kruising (heel) schuin overstak?

8. Was naar uw oordeel de weginrichting in [straatnaam A] te Tilburg, een ontsluitingsweg, ten tijde van het ongeval in de nacht van 12 op 13 januari 2019:

a. in overeenstemming met aan een deugdelijke weginrichting te stellen eisen?

b. de meest gebruikelijke;

c. de meest veilige?

d. Welke voorzorgsmaatregelen c.q. welk veiliger alternatief voor de in [straatnaam A] te Tilburg aanwezige weginrichting met biggenruggen waren c.q. was naar uw oordeel mogelijk en redelijkerwijs van de gemeente te vergen, destijds en op een later moment?

Het hof verzoekt u bij de beantwoording van deze vragen rekening te houden met (de rijrichting van) fietsers komende vanuit de [straatnaam B].

9. Heeft u voor het overige nog opmerkingen waarvan u het zinvol acht dat het hof daarvan kennis neemt?

6.4.

Het hof is voornemens de kosten van de deskundige voorshands ten laste van [geïntimeerde] te brengen en het voorschot daarop te bepalen op € 9.680,00 inclusief btw.

6.5.

Partijen kunnen bij akte suggesties doen over de aan de deskundige voor te leggen vragen en opmerkingen maken over de hoogte van het voorschot. Het hof zal de zaak daartoe naar de rol verwijzen. Het hof zal vervolgens in een nader tussenarrest de deskundige benoemen en, de suggesties en opmerkingen van partijen in aanmerking genomen, de door de deskundige te beantwoorden vragen definitief formuleren en het voorschot definitief bepalen.

6.6.

Het hof zal iedere verdere beslissing aanhouden.

1https://swov.nl/nl/fact/wegwijzer-welke-soorten-verkeersongevallen-onderscheiden-we

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 18 maart 2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:708