GHDHA 040423 stelplicht en bewijslast authenticiteit aanrijding; voldoende gemotiveerde betwisting; bewijsopdracht voor verzekerde
- Meer over dit onderwerp:
GHDHA 040423 stelplicht en bewijslast authenticiteit aanrijding; voldoende gemotiveerde betwisting; bewijsopdracht voor verzekerde
in vervolg op:
RBROT 040821 hetgeen WAM-ass aanvoert is te mager om voorshands bewezen authenticiteit aanrijding te ontzenuwen
1
De zaak in het kort
Het gaat in deze zaak over de vraag of zich een authentiek, dat wil zeggen niet-geënsceneerd, ongeval heeft voorgedaan tussen een door de heer [bestuurder busje] bestuurd huurbusje en een door [verweerder] bestuurde taxi. Het hof geeft [verweerder] opdracht te bewijzen dat hiervan sprake is.
(... red. LSA LM)
3
Feitelijke achtergrond
3.1
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis feiten vastgesteld. Tegen die feitenvaststelling hebben partijen in hoger beroep geen bezwaren gemaakt. Ook het hof zal daarom van die feiten uitgaan. Het gaat in deze zaak om het volgende.
3.2
[verweerder] reed in de nacht van 29 op 30 april 2019 als bestuurder van een personenauto, een taxi van het merk Mercedes E-klasse (hierna: de taxi) rechtdoor op een voorrangsweg, de Benjamin Franklinstraat, in Rotterdam. Hij is in aanraking gekomen met een van rechts uit de Helmondstraat komend busje, een Mercedes Sprinter (hierna: het busje). Het busje werd bestuurd door de heer [bestuurder busje] (hierna: [bestuurder busje] ). [bestuurder busje] had dit busje op 29 april 2019 gehuurd van Bo-rent. Het busje was bij Allianz verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid voor door het busje veroorzaakte schade.
3.3
[verweerder] heeft de achterkant van het schadeformulier ingevuld. Hij heeft geschreven: “Ik reed op een voorrangsweg op Benjamin Franklinstr te Rotterdam en tegenpartij kwam van uit de Van helmondstraat te Rotterdam waarbij hij haaientanden heeft!!” Verder heeft [verweerder] ingevuld dat hij tussen de 45 en 50 kilometer per uur reed ten tijde van de aanrijding.
3.4
De politie is direct na de aanrijding ter plaatse gekomen en heeft een proces-verbaal opgemaakt. Daarin staat onder meer:
“Toedracht
[verweerder] is hierna te noemen voertuig 1.
[bestuurder busje] is hierna te noemen voertuig 2.
( ... ) Voertuig 1 reed ongeveer 45 a 50 kilometer per uur. Voertuig 2 reed ongeveer 25 kilometer per uur. Beiden droegen hun gordel. Beide voertuigen hebben zeer ernstige onherstelbare schade. Beide bestuurders hadden “letsel”. Bestuurder van voertuig 1 werd uit voorzorg vacuüm verpakt vanwege hoofd en nekklachten. Bestuurder van voertuig 2 had lichte klachten van hoofdpijn. ( ... ).”
3.5
Bij e-mail van 13 mei 2019 heeft [verweerder] Allianz, als aansprakelijkheidsverzekeraar van het busje, aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van het ongeval op 30 april 2019. Allianz heeft in een reactie van 13 mei 2019 onder meer geschreven:
“Voor deze specifieke aanrijding erkennen wij vooralsnog geen aansprakelijkheid. Op dit moment loopt er een onderzoek naar de feiten en omstandigheden van deze aanrijding.”
3.6
Allianz heeft de onderzoeksbureaus MVOA en Dekra ingeschakeld om de feiten en omstandigheden van de aanrijding te onderzoeken.
3.7
MVOA heeft de schade aan de bij de aanrijding betrokken auto’s geïnspecteerd alsmede het storingsgeheugen van beide auto’s uitgelezen. Het rapport van haar bevindingen is op 20 mei 2019 uitgebracht. Dit rapport vermeldt, voor zover hier van belang:
“( ... ) a. Storingsinformatie E-klasse:
( ... ) Dit betekent, dat de snelheid van de Mercedes E-klasse kort voor deze registraties (de botsing), waarschijnlijk meer dan 68 a 70 km/h tot mogelijk 80 km/h is geweest.( ... )
3.
Eindbeoordeling en aanbevelingen:
Het voorgaande samengevat geldt, dat de Mercedes E klasse met de rechtervoorzijde tegen de linker voorflank van de Mercedes Sprinter is gebotst. ( ... )
Ten slotte geldt dat in het politierapport gesproken wordt over de omstandigheid, dat de Mercedes E-klasse met een snelheid van 45-50 km/h reed. Mocht men dat van de betrokken bestuurder hebben vernomen dan is dat niet juist; de snelheid van deze Mercedes E-klasse is volgens de data uit het voertuig hoger geweest; te denken valt aan meer dan ± 70 km/h.”
3.8
Op 17 juni 2019 heeft onderzoeker [onderzoeker] van Dekra [verweerder] in aanwezigheid van diens advocaat geïnterviewd. Het daarvan opgemaakte gespreksverslag vermeldt, voor zover van belang:
“( ... )Aanrijding:
M: U bent betrokken geweest bij een aanrijding. Bij onderzoek is gebleken dat de aanrijding niet zo kan hebben plaatsgevonden, als op het voorblad van het aanrijdingsformulier is omschreven. Ook de omschrijving zoals die in de politie registratie staat vermeld, komt niet overeen met het schadebeeld van de betrokken voertuigen bij de aanrijding. Kunt u mij vertellen wat er volgens u op 30 april 2019, omstreeks 00.15 uur, is gebeurd?
A: Ik was avond/nacht aan het werk als taxichauffeur. Ik reed die nacht in mijn Mercedes E klasse ( ... ). Ik had net een klant afgezet in Rotterdam, waar precies kan ik u niet meer vertellen. Nadat ik deze klant had afgezet kreeg ik via de telefoon een nieuwe oproep waar ik naar op weg was. Ik weet ook niet meer precies waar ik heen moest. Ik reed die nacht op de Benjamin Franklinstraat te Rotterdam, komende uit de richting van de Lekstraat en gaande in de richting van het Marconiplein/ Schiedamseweg te Rotterdam. ( ... ) Ik denk dat ik ongeveer 50 kilometer per uur reed op dat moment. Ik ken de omgeving ter plaatse en ik wist dat ik op dat moment op een voorrangsweg reed. Gekomen bij de kruising met de van Helmondstraat wilde ik de kruising rechtdoor oversteken. Ik heb op dat moment geen auto van rechts zien aankomen, maar toen ik op de kruising reed, zag ik in een flits een auto van rechts komen. Ik heb gelijk op de rem getrapt, maar werd gelijk op dat moment hard aangereden. De auto die van rechts kwam en die mij voorrang had moeten verlenen, reed mijn auto rechtsvoor aan. Door de klap werd mijn auto 360 graden gedraaid en stond ik na de aanrijding met de voorzijde van mijn auto in tegengestelde richting.( ... )
V: Wat was de snelheid van uw auto onmiddellijk vóór de botsing?
A: Ik denk dat ik ongeveer 50 kilometer per uur reed. Het is binnen de bebouwde kom.( ... )
V: Wat deed u daar op dat moment op het industrieterrein?
A: Ik was als taxichauffeur aan het werk en reed van het ene adres naar het volgende adres.
V: Weet u hoe laat u die dag bent begonnen met werken en hoelang u al aan het werk was?
A: Nee dat weet ik niet meer. Ik mag maximaal 12 tot 14 uur per dag werken en mijn Mercedes was voorzien van een taximeter.
V: Weet u nog een beetje wat uw route is geweest die avond/nacht?
A: Nee dat kan ik u niet meer vertellen.
V: Zou er aan de hand van uw taximeter nog te traceren zijn waar en hoe u heeft gereden?
A: Dat denk ik wel.
Schadeformulier:
V: Ik toon u een schadeformulier. Herkent u dit?
A: Ja dat is het formulier, waarvan de voorzijde door de politie is ingevuld. Ik heb daags na de aanrijding, zelf, de achterzijde ingevuld. Ik heb dit ook met 30 april 2019 ondertekend omdat dit de dag van de aanrijding was. Ik weet ook niet meer precies wanneer ik de achterzijde zelf heb ingevuld. Volgens mij heeft de politie het formulier in het ziekenhuis ingevuld en heb ik daar moeten ondertekenen. Ik heb toen op de voorzijde alleen mijn handtekening gezet. ( ... )
V: Klopt de tekening zoals weergeven op het aanrijdingsformulier?
A: Nee, ik ben er achteraf achter gekomen dat de tekening niet klopt zoals hij is getekend. De tekening is volgens mij ook door de politie gemaakt.( ... )
Eigendom Mercedes:
( ... ) V: Waar en wanneer heeft u deze auto besteld en wanneer heeft u de auto opgehaald
A: ik heb deze auto gekocht bij [ ... ] . Ik weet niet meer precies wanneer ik de auto heb besteld. Dit zal ergens in december 2018 of januari 2019 zijn geweest. De auto is op 4 maart 2019 op mijn naam gezet en ik denk ook die dag afgeleverd.
V: Weet u wat de nieuwwaarde is ven de Mercedes?
A: Ik denk ergens rond de EUR 80.000,00.
V: Is de Mercedes gefinancierd of heeft u deze uit eigen middelen aangeschaft?
A: Ik heb de Mercedes aangeschaft middels Financial Lease Mercedes en ik betaal EUR 847,00 per maand voor de lease. Daarnaast betaal ik EUR 376,00 per maand aan verzekering.( ... )
KVK:
V: U staat bij de KVK ingeschreven als taxichauffeur, hoe lopen de zaken?
A: Sinds de aanrijding ligt het bedrijf stil. Ik had u al verteld dat ik al voor de aanrijding had gesolliciteerd en na de aanrijding kreeg ik te horen dat ik was aangenomen bij ROG Maassluis. Ik ben daar 11 juni op contractbasis begonnen met een proeftijd van 1 maand. Ik hoop dat ik mijn proeftijd goed doorkom want dit is een droombaan.( ... )
Confrontatie tegenstrijdigheden:
( ... )
V: U heeft meerdere keren aangegeven dat u van mening bent dat u op het moment van de aanrijding 50 kilometer reed, klopt dat?
A: Ja dat klopt.
V: Er is door MVOA een ongevalsanalyse gedaan, waaruit kan worden opgemaakt dat u met een snelheid heeft gereden van tussen de 68 en 80 kilometer per uur. Wat heeft u hierop te zeggen?
A: Dat lijkt mij onmogelijk. Ik ben echt van mening dat ik 50 kilometer heb gereden. Het kan best dat ik tussen de 50 en 60 heb gereden, maar niet tussen de 68 en 80 kilometer per uur. ( ... )”
3.9
[onderzoeker] heeft op 3 juni 2019 gesproken met [bestuurder busje] . Het verslag van dit gesprek is als bijlage 5 gevoegd bij het rapport van onderzoek. [bestuurder busje] heeft, voor zover van belang, verklaard:
"(...) Aanrijding:
V.• Kunt u in uw eigen bewoording vertellen wat er op 30 april 2019 is gebeurd?
A: Ik heb op maandag 29 april 2019 een auto gehuurd bij Bo-rent aan de Matlingeweg te Rotterdam. ( ... ) Ik weet dat de Benjamin Franklinstraat een voorrangsweg is en dat je als bestuurder die uit de van Helmondstraat komt, het verkeer op de Benjamin Franklinstraat voorrang moet verlenen. Ik weet alleen nog dat ik die nacht, richting de kruising reed.
Volgens mij ben ik niet gestopt bij de haaientanden vlak voor de kruising, maar reed ik heel zachtjes de kruising op. Ik reed denk ik 5 a 10 kilometer. Ik keek naar rechts en wilde toen naar links kijken, maar op dat moment werd ik aangereden. Er ontstond een hele harde klap, waarbij de huurauto linksvoor werd aangereden. Door de klap van de aanrijding, draaide mijn auto 180 graden en ik kwam tot stilstand tegen het trottoir. Door de klap sloeg mijn hoofd tegen het linker portier. ( ... )
Toen ik daar in het ziekenhuis was is ook de politie nog langs geweest. Zij hebben mij een aanrijdingsformulier gegeven dat op de voorzode geheel door de politie was ingevuld. Ook de tekening moet door de politie zin gemaakt. Ik heb daar toen niet echt goed naar gekeken, maar later zag ik dat de tekening en de omschrijving niet helemaal was zoals het is gegaan. De politie heeft ook op het formulier ingevuld dat de auto's waren afgevoerd door een takelbedrijf. ( ... ) "
3.10
De conclusies en aanbevelingen uit het rapport van onderzoek zijn, voor zover van belang:
“14.
SAMENVATTING EN/OF CONCLUSIES
( ... )
Ten aanzien van de snelheid van het voertuig van tegenpartij kan nog worden vermeld dat:
Uit de onderzoekrapportage van MVOA kan worden opgemaakt dat zij van mening zijn dat het voertuig van tegenpartij harder heeft gereden dan de toegestane maximumsnelheid van 50 kilometer per uur. Door MVOA wordt een schatting gemaakt waarbij men aangeeft dat het voertuig van tegenpartij met een snelheid van tussen de 68/70 tot mogelijk 80 kilometer per uur met hebben gereden.
( ... )
15.
AANBEVELINGEN
Ondanks het feit dat er wel duidelijkheid is ontstaan over de juiste toedracht van de aanrijding zijn er nog wel de nodige aandachtspunten die mijns inziens nader onderzoek rechtvaardigen.
( ... )
Door de bestuurder van het voertuig van verzekerde is tijdens het interview uitleg gegeven waarom hij die bewuste avond een auto zou hebben gehuurd en welke route hij zou hebben gereden. Door hem wordt aangegeven dat hij denkt ongeveer 40 tot 50 kilometer te hebben afgelegd. Uit de rittenstaat is op te maken dat hij slechts 18.5 kilometer heeft gereden.
Door de bestuurder is verklaard dat hij spullen moest verhuizen van de Betje Wolfstraat naar de Disselstraat [nummer] te Rotterdam. Ook dit komt niet overeen met de door Bo-rent aangeleverd rittenstaat.
Snelheid waarmee tegenpartij gereden zou hebben
Uit de ongevalsanalyse van MVOA kan worden opgemaakt dat het voertuig van tegenpartij heeft gereden met een snelheid van 68/70 tot 80 kilometer per uur, op een locatie waar een maximum snelheid is toegestaan van 50 kilometer per uur.
Uitlezen van taximeter Mercedes tegenpartij
Mede gelet op de door tegenpartij afgelegde verklaring lijkt het mij zinvol om de taximeter van het voertuig van tegenpartij alsnog te laten onderzoeken.
Nader onderzoek naar rittenlijst/opdrachten taxi van tegenpartij
Tegenpartij kon niet aangeven waar hij zijn laatste klant had afgezet en naar welk adres hij op weg was om die avond/nacht een nieuwe klant op te halen. Het lijkt mij zinvol om nader onderzoek te doen naar de ritten die tegenpartij die avond/nacht heeft afgelegd.
Aanschaf van de Mercedes van tegenpartij
Aan tegenpartij is gevraagd een kopie van het leasecontract van de door hem aangeschafte Mercedes te overleggen. Tot op het moment van sluiten van deze rapportage is daar niet aan voldaan. Het lijkt mij zinvol om nader onderzoek te doen naar de aanschaf van de Mercedes en de voorwaarden in het leasecontract. Dit mede gelet op het feit dat tegenpartij heeft aangegeven dat hij voor de aanrijding al had gesolliciteerd naar een baan in de ICT branche en hij met ingang van 11 juni 2019 is begonnen met zijn nieuwe baan, in de ICT bij ROG.
Tevens moet worden opgemerkt dat tegenpartij, buiten de door hem aangeschafte Mercedes, eigenaar was van nog twee andere voertuigen, een Mercedes C klasse, voorzien van het kenteken [kenteken 1] en een Renault Megane, voorzien van het kenteken [kenteken 2], welke auto ook aangeschaft zou zijn op basis van een leasecontract ( ... )”
3.11
De advocaat van [verweerder] heeft in een email van 18 mart 2019 het volgende aan Allianz geschreven:
“Het is duidelijk dat de verzekerde van Allianz een verkeersfout heeft gemaakt en daarmee is de aansprakelijkheid een gegeven. Client zou harder dan 50 km/u hebben gereden aldus de toedrachtsonderzoeker. Mocht dat inderdaad het geval zijn dan is er mogelijk een deel eigen schuld. Wat mij betreft mag u daar een voorbehoud voor maken totdat dat nader uitgekristalliseerd is.”
3.12
Een uitdraai van het huisartsenjournaal van de huisarts van [verweerder] vermeldt het volgende over het letsel van [verweerder] :
“( ... ) 9-12-2019 S : Nog steeds veel klachten m.b.t. ongeval eerder dit jaar. Denkt er veel aan terug en slaapt dan slecht. Werkt wel gewoon. Maar voelt zich depressief. Wil graag antidepressiva proberen. Ziet het niet zitten om naar psycholoog te gaan; praat niet graag over zijn gevoelens.”
( ... )
8-7-2019 S: Heeft nog steeds veel last van herbelevingen. voelt zich constant angstig, voelt zich daarnaast ook heel somber en verdrietig, zit erg in zijn hoofd.
( ... )
16-5-2019 S: Heeft nog steeds veel pijn aan de nek en de schouders. zit helemaal vast. gaat morgen naar de fysiotherapeut, wil graag extra medicatie voor de pijn en iets om te slapen. Schrikt af en toe wakker door een herbeleving is dan angstig en nat van het zweet. durft ook nog niet in de auto zelf te rijden en als hij bijrijder is bij zijn vrouw is hij ook zeer gespannen.
( ... )
2-5-2019 S: 30 april aanrijding gehad. is van rechter kant aangereden. airbags zijn uitgegaan. is naar het ziekenhuis gebracht voor nek foto’s. die waren allemaal goed. nu nog veel pijn aan de nek en de schouders, duizeligheid. stijfheid kan niet goed met het hoofd draaien. dacht echt dat hij dood zou gaan. gebruikt nu neurofen werkt als taxichauffeur, zzp-er.( ... )”
3.13
Allianz heeft geen aansprakelijkheid erkend voor de schade als gevolg van de aanrijding.
4
Procedure bij de rechtbank
4.1
[verweerder] heeft Allianz gedagvaard en een verklaring voor recht gevorderd dat Allianz aansprakelijk is voor de schade die [verweerder] heeft geleden als gevolg van de aanrijding in de nacht van 29 op 30 april 2019 en Allianz te veroordelen tot vergoeding van de door [verweerder] geleden schade, nader op te maken bij staat, met veroordeling van Allianz in de proceskosten.
4.2
[verweerder] legde aan zijn vordering ten grondslag dat Allianz, als de WAM-verzekeraar van het busje, aansprakelijk is voor het ongeval omdat de bestuurder van het busje ten onrechte geen voorrang heeft verleend toen die bestuurder, komende vanuit een zijstraat, de voorrangsweg opreed. Allianz heeft verweer gevoerd. Primair voerde Allianz aan dat geen sprake was van een “authentieke aanrijding”: de feiten en omstandigheden rondom het voorval zijn verdacht. Subsidiair voerde Allianz aan dat [verweerder] niet heeft voldaan aan zijn stelplicht, in het bijzonder ten aanzien van de vraag of hij daadwerkelijk enig letsel heeft opgelopen. Meer subsidiair deed Allianz een beroep op eigen schuld van de zijde van [verweerder] , omdat hij, naar volgt uit het onderzoek van MVOA, ten tijde van het ongeval te hard reed (ten minste 70 kilometer per uur in de bebouwde kom).
4.3
De rechtbank heeft de vorderingen toegewezen en Allianz in de kosten veroordeeld. De rechtbank overwoog dat tussen partijen niet in geschil is dat een aanrijding heeft plaatsgevonden waarbij [verweerder] als bestuurder van de taxi en [bestuurder busje] als bestuurder van het busje betrokken waren. Voor wat betreft de toedracht is de rechtbank niet uitgegaan van de situatieschets op het schadeformulier, dat volgens [verweerder] en [bestuurder busje] door de politie is ingevuld, maar van de verklaringen die [verweerder] en [bestuurder busje] hebben afgelegd aan [onderzoeker] . Dat de situatieschets op het schadeformulier niet klopt is geen omstandigheid die bijdraagt aan het oordeel dat er geen sprake is van een authentieke aanrijding. De door Allianz aangevoerde omstandigheid dat de voertuigen van [verweerder] en [bestuurder busje] zich op de dag van het ongeval meerdere malen in elkaars nabijheid hebben bevonden, kan zeer wel een andere verklaring hebben. Dat [verweerder] en [bestuurder busje] contact met elkaar hebben gehad voorafgaand aan de aanrijding is niet gesteld en blijkt niet uit de stukken. Dat de verklaring van [bestuurder busje] over zijn doen en laten op de dag van het ongeval niet aansluit bij de track-and-trace gegevens van het Bo-rent busje kan [verweerder] in beginsel niet worden aangerekend. Het door Allianz aangedragen motief van [verweerder] om een aanrijding te ensceneren (de mogelijkheid om bij een total-loss verklaring van de taxi onder het leasecontract uit te komen) achtte de rechtbank onvoldoende toegelicht. Dat [verweerder] niet meer precies weet welke ritten hij de dag van het ongeval heeft gemaakt vond de rechtbank niet vreemd. Al met al achtte de rechtbank de door Allianz aangevoerde omstandigheden, ook in onderling verband bezien, te mager om de voorshands bewezen toedracht te ontzenuwen. Nu de toedracht van het ongeval vast staat, namelijk dat [bestuurder busje] voorrang had moeten verlenen aan [verweerder] , staat vast dat [bestuurder busje] en daarmee Allianz aansprakelijk is voor de schade die [verweerder] naar aanleiding van het ongeval heeft geleden. Dat [verweerder] enige schade heeft geleden als gevolg van het voorval is volgens de rechtbank aannemelijk. De verwijzing naar de schadestaat is daarom toewijsbaar. Het beroep op eigen schuld van [verweerder] kan in de schadestaatprocedure worden behandeld.
5
Vordering in hoger beroep
5.1
Allianz is het niet eens met het vonnis van de rechtbank en heeft de zaak voorgelegd aan het hof. Allianz wil dat het hof de vorderingen van [verweerder] alsnog afwijst. [verweerder] heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis.
5.2
Allianz heeft – samengevat – de volgende bezwaren tegen het vonnis. De bewijslast van de stelling dat sprake was van een authentieke aanrijding rust op [verweerder] . De door de rechtbank genoemde omstandigheden kunnen niet het voorshands vermoeden dragen dat een authentieke aanrijding heeft plaatsgevonden. Wat betreft de aan [onderzoeker] afgelegde verklaringen over de toedracht kan het zijn dat [verweerder] en [bestuurder busje] daarover vooraf overleg hebben gehad (grief 1). De rechtbank heeft ten onrechte geoordeeld dat de door Allianz opgesomde onregelmatigheden te mager zijn om de voorshands bewezen toedracht van de aanrijding te ontzenuwen (grief 2). De rechtbank heeft de door Allianz opgesomde onregelmatigheden onvoldoende in onderling verband beoordeeld. Allianz verwijst daarbij naar de door haar in eerste aanleg genoemde omstandigheden. De rechtbank heeft volgens Allianz ten onrechte geoordeeld dat [verweerder] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij als gevolg van het ongeval schade heeft geleden (grief 3). Ook voert Allianz aan dat de rechtbank ten onrechte niet is ingegaan op het op eigen schuld van [verweerder] gebaseerde verweer van Allianz (grief 4). Tot slot voert Allianz aan dat de rechtbank niet is ingegaan op het verweer van Allianz dat [verweerder] de waarheidsplicht van artikel 21 Rv heeft geschonden door te weigeren (gegevens van) de taximeter en Ubergegevens te verstrekken (grief 5). Grief 6 is een veeggrief.
6
Beoordeling in hoger beroep
6.1
Bij de beoordeling van de grieven stelt het hof het volgende voorop. Met betrekking tot Allianz als WAM-verzekeraar heeft op grond van artikel 3 lid 1 WAM als verzekerd voorval te gelden de aansprakelijkheid voor de aanrijding, hetgeen in een geval als dit betekent dat vereist is dat de aanrijding aan een (werkelijk gemaakte) verkeersfout van [bestuurder busje] is te wijten. Dit brengt mee dat [verweerder] tegenover Allianz als WAM-verzekeraar voldoende onderbouwd moet stellen en – bij voldoende gemotiveerde betwisting – moet bewijzen dat zich een authentiek, niet-geënsceneerd, ongeval heeft voorgedaan (vgl. gerechtshof Den Haag 27 juni 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2440 en gerechtshof Amsterdam 27 december 2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BX7902).
6.2
Allianz heeft naar het oordeel van het hof voldoende gemotiveerd betwist dat sprake is van een authentiek ongeval. Daartoe heeft Allianz – samengevat – het navolgende aangevoerd.
a. De verklaringen van [verweerder] en [bestuurder busje] over de door hen afgelegde routes in de uren voorafgaand aan de aanrijding komen niet overeen met de rittenstaat van de taxi en de track- en tracegegevens van de het busje.
b. [verweerder] en [bestuurder busje] stonden op de dag voorafgaand aan de aanrijding (29 april 2019) tot drie keer toe op hetzelfde tijdstip (langdurig) stil op loopafstand van elkaar.
c. [verweerder] heeft op de dag voorafgaand aan de aanrijding lang en veelvuldig stilgestaan met de taxi; hij heeft in een tijdsbestek van ongeveer twaalf uur slechts vijfmaal een klant vervoerd, telkens niet langer dan een kwartier.
d. [verweerder] heeft onvolledig verklaard ten aanzien van de gereden route voorafgaand aan de aanrijding.
e. [bestuurder busje] heeft maar 18,5 kilometer gereden met het op de dag voorafgaand aan de aanrijding gehuurde busje en heeft daarvoor geen goede verklaring kunnen geven; de door hem opgegeven reden om het busje te huren kan niet juist zijn, omdat hij volgens de track- en tracegegevens van het busje niet bij het adres is geweest waar hij naar zijn zeggen spullen moest gaan ophalen.
f. De leasekosten van de taxi waren zeer hoog in verhouding tot de omzet van het door [verweerder] als eenmanszaak geëxploiteerde taxibedrijf ; [verweerder] kon alleen vroegtijdig van het leasecontract af wanneer het voertuig total loss werd verklaard.
g. [verweerder] heeft verklaard dat hij al voor het ongeval had gesolliciteerd naar een full-time baan in de ICT-branche, terwijl hij de geleasde taxi nog maar zeer kort in zijn bezit had (het leasecontract was van 28 februari 2019).
h. [verweerder] heeft tegenover de politie en de onderzoeker [onderzoeker] verklaard dat hij voorafgaand aan het ongeval niet meer dan 50 kilometer per uur reed, terwijl uit het expertiserapport van MVOA volgt dat de snelheid 68 á 70 en mogelijk zelfs 80 kilometer per uur bedroeg.
6.3
Het hof is van oordeel dat hetgeen Allianz als verweer heeft aangevoerd, zoals hiervoor samengevat, zodanig gemotiveerd is en zoveel twijfel doet rijzen over de vraag of sprake is van een authentiek, niet-geënsceneerd ongeval, dat daarvan voorshands niet kan worden uitgegaan. Hetgeen door [verweerder] op dit punt naar voren is gebracht maakt dit (voorlopig) niet anders. Het feit dat [verweerder] niet verantwoordelijk is voor de verklaring van [bestuurder busje] over de reden waarom hij het busje heeft gehuurd, maakt niet dat de discrepanties in diens verklaring niet kunnen bijdragen aan het (voorlopige) oordeel dat niet vaststaat dat zich een authentiek ongeval heeft voorgedaan. Dat klemt te meer nu zowel de verklaringen van [verweerder] , als de verklaring van [bestuurder busje] over wat zij op de dag voor het ongeval (29 april 2019) hebben gedaan voorshands niet overtuigend zijn en zij bovendien op die dag langdurig in elkaars nabijheid hebben verkeerd.
6.4
De conclusie van het voorgaande is dat [verweerder] , conform zijn aanbod, alsnog zal worden toegelaten tot het bewijs, door alle middelen rechtens, dat sprake was van een authentiek, niet geënsceneerd ongeval in de nacht van 29 op 30 april 2019, zoals door hem is gesteld.
6.5
Met grief 3 voert Allianz aan dat [verweerder] onvoldoende heeft toegelicht dat hij door het voorval enige schade heeft geleden. Het hof overweegt dat, als er veronderstellenderwijs van wordt uitgegaan dat zich een authentiek ongeval heeft voorgedaan, voorshands voldoende aannemelijk is dat [verweerder] daardoor (enige) schade heeft geleden, hetgeen voldoende is voor verwijzing naar de schadestaat. Hetgeen is aangevoerd in grief 3 vormt dus geen grond om [verweerder] niet toe te laten tot bewijslevering.
6.6
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden. ECLI:NL:GHDHA:2023:960