Overslaan en naar de inhoud gaan

RBNHO 110925 vdo t.z.v. SL repair operatie; ander lid intervisiegroep behandelend chirurg eveneens afgewezen, rb zoekt zelf deskundige aan

RBNHO 110925 vdo t.z.v. SL repair operatie; ander lid intervisiegroep behandelend chirurg eveneens afgewezen, rb zoekt zelf deskundige aan

in vervolg op:
RBNHO 170425 vdo t.z.v. SL repair operatie; afwijzing plastisch chirurg; niet dezelfde beroepsgroep en lid van dezelfde intervisiegroep als behandelend orthopeed

zie voor het vervolg:
RBNHO 301025 vdo t.z.v. SL repair operatie; benoeming deskundige, vaststelling vraagstelling

2De beoordeling

2.1.

In de beschikking van 17 april 2025 heeft de rechtbank vastgesteld dat het verzoek van [verzoeker] om een deskundigenbericht in de zin van artikel 202 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (oud recht) te bevelen te zijner tijd zal worden toegewezen.

2.2.

Tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek op 7 maart 2025 is besproken welke deskundige benoemd zou kunnen worden. In de door partijen overgelegde stukken werden drie deskundigen genoemd: dr. Dumont, dr. Giesberts en dr. Beumer. De rechtbank heeft in de beschikking van 17 april 2025 vastgesteld dat geen van deze deskundigen benoemd kan worden. Partijen zijn daarom in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over een mogelijk te benoemen deskundige.

Door [verzoeker] voorgestelde deskundigen

2.3.

[verzoeker] heeft dr. A.M.J. Burgers voorgesteld. Tegen de benoeming van dr. Burgers hebben Medirisk en ZMC bezwaar gemaakt, omdat dr. Burgers in dezelfde intervisiegroep zit als [chirurg] . Dit zou volgens Medirisk en ZMC tot een belangenverstrengeling kunnen leiden. De rechtbank heeft dr. Burgers benaderd. Hij heeft de rechtbank laten weten dat hij zowel met [chirurg] als met de medisch adviseur van [verzoeker] in een intervisiegroep zit. De rechtbank zal onder deze omstandigheden niet overgaan tot benoeming van dr. Burgers, omdat zijn benoeming tot de schijn van partijdigheid zou kunnen leiden, wat moet worden vermeden.

2.4.

[verzoeker] heeft nogmaals dr. Dumont voorgesteld. De rechtbank heeft in de beschikking van 17 april 2025 al beschreven waarom zij niet tot benoeming van dr. Dumont zal overgaan. De rechtbank ziet geen reden om nu een andere beslissing te nemen.

Door Medirisk en ZMC voorgestelde deskundigen

2.5.

Medirisk en ZMC hebben dr. J.W. Colaris voorgesteld. Tegen de benoeming van dr. Colaris heeft [verzoeker] bezwaar gemaakt, omdat dr. Colaris niet is geregistreerd bij het NVMSR. De rechtbank zal daarom niet tot benoeming van dr. Colaris overgaan, mede in aanmerking genomen dat zij – zoals hierna wordt overwogen – een deskundige bereid heeft gevonden die wel is geregistreerd bij het NVMSR.

2.6.

Medirisk en ZMC hebben ook dr. J. Souer voorgesteld. Tegen de benoeming van dr. Souer heeft [verzoeker] bezwaar gemaakt. Dr. Souer is volgens [verzoeker] waarschijnlijk indirect betrokken bij de kliniek(en) waarover reeds oordeelsvorming heeft plaatsgevonden, hij is niet langer NVMSR-geregistreerd en is niet meer actief als expertiserend arts. De rechtbank zal gezien deze bezwaren niet overgaan tot benoeming van dr. Souer.

Door de rechtbank aangeschreven deskundige

2.7.

Het bovenstaande betekent dat de rechtbank geen van de door partijen voorgedragen deskundigen zal benoemen. De rechtbank heeft daarom besloten zelf een deskundige aan te schrijven.

2.8.

De rechtbank heeft dr. T. Gosens aangeschreven. Dr. Gosens is orthopedisch chirurg en is geregistreerd bij het NVMSR. Desgevraagd heeft dr. Gosens de rechtbank laten weten dat hij ervaring heeft met de SL Repair operatie die [verzoeker] heeft ondergaan en dat hij geen onderdeel uitmaakt van een intervisiegroep waarbij [chirurg] en/of [naam] betrokken zijn. Dr. Gosens heeft aangegeven vrij te staan ten opzichte van partijen en bereid te zijn het deskundigenonderzoek te verrichten.

2.9.

De rechtbank is daarom voornemens dr. Gosens als deskundige te benoemen.

De kosten van het onderzoek

2.10.

Partijen zijn het met elkaar eens dat zij ieder de helft (50%) van de kosten van het deskundigenonderzoek voor hun rekening zullen nemen.

2.11.

Op verzoek van de rechtbank heeft dr. Gosens een kostenindicatie opgesteld. De totale kosten (inclusief BTW) worden begroot op een bedrag van € 6.231,50. De rechtbank zal partijen in de gelegenheid stellen om zich over deze kostenbegroting uit te laten. De door de deskundige opgestelde kostenindicatie zal als bijlage bij deze beschikking aan partijen worden verstrekt.

Slotopmerkingen

2.12.

De rechtbank begrijpt uit het verzoekschrift en het verweerschrift dat Medirisk en ZMC kunnen instemmen met de door [verzoeker] voorgestelde vraagstelling. Dit betekent dat de rechtbank tot benoeming van de deskundige zal kunnen overgaan op het moment dat partijen zich positief hebben uitgelaten over de begrote kosten. De rechtbank zal de aan de deskundige voor te leggen vragen te zijner tijd opnemen in de beslissing van de beschikking. Rechtbank Noord-Holland 11 september 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:13847